Tien Duitse moorden werk rechtse extremisten

De Duitse justitie vermoedt dat tien moorden over een periode van zeven jaar in Duitsland het werk zijn geweest van rechtse extremisten. Het gaat om moorden op acht Turkse middenstanders en een Griek in verschillende Duitse steden tussen september 2000 en april 2006, alsmede de moord op een politieagente in april 2007 in Heilbronn.

De 22-jarige agente werd in een park door het hoofd geschoten. Een collega werd eveneens neergeschoten, maar overleefde de aanslag; hij kan zich nog steeds niets van het voorval herinneren en de politie slaagde er nooit in getuigen te vinden.

De moord stelde de politie lange tijd voor raadsels, totdat het dienstwapen van de vermoorde agente vorige week opdook in een brandende stacaravan waarin twee dode mannen werden aangetroffen. In de flat van de twee mannen in de oostelijke stad Zwickau, waar vorige week eveneens brand was uitgebroken, vond de politie het pistool dat bij de negen andere moorden was gebruikt.

De twee mannen, Uwe B. en Uwe M., maakten sinds het eind van de jaren negentig deel uit van extreemrechtse kringen, evenals een vriendin, Beate Z., die zichzelf dinsdag meldde bij de politie. In een persbericht zegt het openbaar ministerie dat in de flat in Zwickau aangetroffen bewijsmateriaal 'duidt op extreemrechtse motieven voor de moorden'. Het onderzoek tegen Beate Z. gaat uit van mogelijke aanklachten van lidmaatschap van een binnenlandse terreurorganisatie, moord, poging tot moord en brandstichting. Het onderzoek strekt zich onder meer uit naar de vraag of meer mensen uit extreemrechtse kringen bij de moorden betrokken waren.