De financiële sector blijft fragiel

De Nederlandsche Bank (DNB) waarschuwt dat de financiële sector in Nederland nog immer kwetsbaar is voor nieuwe schokken. Op korte termijn kunnen vooral de Europese schuldencrisis en de grote leegstand op de Nederlandse kantorenmarkt voor problemen zorgen.

De grootste dreiging is, volgens het rapport van de DNB, de schuldencrisis in de zogeheten PIIGS landen (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje). Doordat deze landen grote problemen hebben met het herfinancieren van hun schulden, wordt de positie van de Europese banken aangetast.

De andere grote bedreiging voor de Nederlandse bankensector is de leegstand van kantoren. Volgens de DNB kan deze structurele situatie leiden tot grote prijsdalingen, welke weer voor forse afschrijvingen voor de banken zorgt. Door deze onzekerheid is 'die zorg groter geworden'.

Herstel
Door het herstel van de economie en nieuwe wetgeving, bouwt de financiële sector de buffers langzaamaan weer op. Desondanks zijn de reserves nog niet toereikend om een nieuwe crisis op te vangen. Lex Hoogduin, DNB-directeur, waarschuwt dan ook voor te veel haast. "We moeten hardlopen, maar niet struikelen. Als je te veel wilt, riskeer je een recessie en draai je de kredietverlening voor jaren de nek om."

Maatregelen
Om de wendbaarheid van de sector te vergroten, wil DNB zo snel mogelijk maatregelen nemen. Deze moeten het mogelijk maken dat de grote banken, in geval van nood, failliet kunnen gaan. Dit uiteraard zonder het hele systeem mee te nemen. Om dit mogelijk te maken, worden eind van dit jaar internationale regels voorgesteld. DNB wil deze versneld invoeren in Nederland.

"We willen aan de ene kant zo veel mogelijk faillissementen voorkomen door buffers te verhogen, terwijl het aan de andere kant mogelijk moet worden om grote instellingen ordentelijk failliet te laten gaan", vatte Hoogduin samen.