AIVD moet afluisteren blijven melden

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) moet mensen die zijn afgeluisterd daarover voorlopig blijven informeren. Dat zegde demissionair staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Ank Bijleveld (CDA) dinsdag toe tijdens het vragenuurtje.

Het kabinet schreef vorige week nog aan de Kamer dat de zogeheten notificatieplicht kan worden afgeschaft, omdat het complex en buitengewoon tijdrovend is. Ook zou de plicht geen meerwaarde voor de rechtsbescherming van burgers bieden. Zij kunnen ook op andere manieren inzage krijgen in de afluisterpraktijken. Zo zou het huidige inzagebeleid kunnen worden verruimd.

De Tweede Kamer is nog niet zo ver. "Het werk van de geheime dienst is geheim, maar de controle er op mag niet geheim zijn", zei Ronald van Raak (SP), die de bewindsvrouw had ontboden in de Kamer. Hij eiste dat het 'onzalige plan' wordt teruggedraaid.

Bijleveld wees er op dat de notificatieplicht in de praktijk niet werkt, omdat veel mensen -bijna de helft van de gevallen- die zijn afgeluisterd niet kunnen worden bereikt, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing. Daarom denkt het kabinet aan andere mogelijkheden, zoals een ruimer inzagebeleid.

Op verzoek van de PvdA zegde zij echter toe dat deze plicht niet wordt afgeschaft totdat de Tweede Kamer zich daar over heeft uitgesproken. "Dat moet de AIVD ook duidelijk zijn", zei Ton Heerts (PvdA).

In 2002 werd besloten dat iemand hier in principe recht op heeft als de AIVD speciale bevoegdheden heeft gebruikt. Vijf jaar nadat iemand is afgeluisterd moet de inlichtingendienst nagaan of hem dat kan worden verteld.

De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten concludeerde vorige week dat de meldingsplicht zo goed als nooit wordt nageleefd. Hiervoor was altijd een goed excuus, stelde de commissie, die vindt dat de plicht is achterhaald.