'Clubhuis Hells Angels nog niet ontruimd'

Het clubhuis van de Hells Angels in Amsterdam blijft er staan totdat de gemeente officieel overgaat tot onteigening. Dat verwacht althans advocaat Huib Struycken, die de motorclub juridisch bijstaat.

De gemeente liet onlangs weten dat het clubhuis 'Angel Place' en de opslagloods aan de Wenkebachweg achter het Amstelstation begin mei moeten zijn afgebroken omdat er geen bouwvergunning is. Zo niet, dan krijgen de Hells Angels een boete van 142.500 euro aan hun broek. De gemeente wil het terrein ontwikkelen.

De raadsman doet het klaagschrift tegen het besluit komende week op de bus, en vraagt de rechtbank tegelijkertijd de dwangsom op te schorten. Als de gemeente het klaagschrift verwerpt, legt Struycken de zaak voor aan de rechtbank. "Een rechter moet toch bepalen of een opgelegde boete wel rechtmatig is opgelegd." Hij verwacht dat de procedures minimaal een jaar in beslag nemen, mede omdat hij getuigen wil oproepen.

De club zit al meer dan dertig jaar op het terrein van 590 vierkante meter waarop het clubhuis staat. In het gebied staan veel gebouwen zonder bouwvergunning. "Sinds de jaren zeventig heeft de gemeente de situatie in het leven geroepen en in stand gehouden", stelt de raadsman.

De gemeente zegde eerder toe de Angels met de zoektocht naar een ander terrein te helpen, maar trok dat in 2008 in. "Elke logica in het handelen van de gemeente ontbreekt", zegt Struycken. "Ik begrijp het helemaal niet. De gemeente legt een boete op voor de situatie die ze zelf heeft gecreëerd. Dat is niet in overeenstemming met de rechtsstaat."

Het gerechtshof in Amsterdam bepaalde gisteren dat ruim 4400 vierkante meter grond rondom het clubhuis, dat de Hells Angels ook gebruiken, voor 25 juni moet zijn ontruimd. Hiermee werd een beslissing uit juni 2008 van de rechtbank in Amsterdam bevestigd. Het hof bevestigde overigens ook dat de Hells Angels recht hebben op een vergoeding van de gemeente voor de herbouwkosten van hun in mei 2002 door brand verwoeste clubgebouw. Dit maakt de kwestie volgens Struycken nog eens extra onbegrijpelijk.