Sporthistorie: De fist of glory van Tommie Smith

In 1968 worden de Olympische spelen in Mexico gehouden. Het worden legendarische Spelen. Bob Beamon, Dick Fosbury en Tommie Smith en John Carlos schrijven sportgeschiedenis. De komende tijd besteden we aandacht aan hun legendarische prestaties. Vandaag de “Fist of Glory” van de Amerikanen Smith en Carlos.

1968 was een bijzonder jaar. In 1968 werden Robert Kennedy en Martin Luther King vermoord. Het Amerikaanse leger zat in Vietnam. Datzelfde Amerika had binnen de eigen landsgrenzen genoeg aan zichzelf. De brandende Amerikaanse binnensteden, de studentenrevoltes in elke stad met een universiteit, en ondertussen waren de Amerikanen nog bezig naar de maan te vliegen ook.

In 1968 was er in de Verenigde Staten sprake van raciale spanningen. De zwarte inwoners van Amerika werden nog allerminst geaccepteerd in het dagelijkse leven. De zwarte bevolking ging zich als gevolg hiervan steeds mee roeren. In eerste instantie vreedzaam, via Martin Luther King, maar als snel radicaler via organisaties als de Black Panther-beweging.

Het beeld wat de Black Panthers verspreidden over de wereld was krachtig. Ze creerden een beeld van zichzelf als revolutionaire zwarte krijger. De Panthers hadden een krachtige boodschap, met een krachtige beeldtaal. Hun sterkste symbool was de “Fist of Glory”, een omhooggehouden gebalde zwarte vuist. De vuist representeerde de trots en kracht van het zwarte volk, een kenmerk voor de zwarte gemeenschap dat revolueerde tegen de raciale stereotypering van de blanke overheerser in de afgelopen eeuwen
In deze sfeer van onlusten ging een gemengde Amerikaanse Olympische ploeg naar Mexico. De raciale spanningen waren niet thuis gelaten. Al snel kwam de tegenstellingen uit de Amerikaanse maatschappij ook in het Olympisch dorp naar voren.

De zwarte Amerikaanse atleten brachten in het olympisch dorp een protestbeweging op gang tegen de rassendiscriminatie waarvan zij in hun land het slachtoffer waren. Ze droegen allen een insigne waarop stond 'Olympic Project for Human Rights'.

Er broeide dus al iets in het Olympisch dorp. Een aantal zwarte atleten was vastbesloten om tijdens de Spelen, in de spotlights, aandacht te vragen voor gelijke behandeling van rassen in Amerika.

Tommie Smith en John Carlos voegen de daad bij het woord. Tijdens de medailleceremonie voor de 200 meter luisteren de Amerikaanse sprinters naar het Amerikaanse volkslied. Ze stonden blootvoets, het hoofd hing naar beneden en zij brachten een gehandschoende vuist de lucht in, de Black Powergroet. De zilveren medaille-winnaar Peter Norman sympathiseerde met de twee Amerikanen. Norman stak een badge op als steun voor de zwarte atleten.

Het vreedzame protest van Smith en Carlos deed de Amerikaanse samenleving op zijn grondvesten trillen. De beide atleten werden uitgescholden voor “Niggers en communisten”. Niemand had een goed woord over voor de twee atleten. Het NOC van de VS kondigde al snel represailles aan. Maar Smith en Carlos waren de Amerikaanse Sportbobo’s voor. Zij verlieten uit eigen beweging het Olympisch dorp.

Twee dagen later toonden de 400 meter-lopers Lee Evans, Larry James en Ron Freeman zich solidair met Smith en Carlos. Ook zij staken hun vuisten in de lucht. Vreemd genoeg had hun actie geen gevolgen. De actie van de Amerikanen kreeg ook nauwelijks aandacht in de media.

De carriere van Smith en Carlos is dan wel voorbij. De twee werden persona non grata in hun land. Beiden deden nog een poging om zich om te scholen naar American footballer. Hun carriere was van korte duur. De gebalde vuist bleef hen achtervolgen.

Al snel pleegde de vrouw van Smith zelfmoord. Zij kon de druk die constant op haar man werd uitgeoefend niet aan. Uitendelijk volgt er in 1984 rehabilitatie. De twee atleten werden opgenomen in het “Olympic Spirit team’ vanwege de Spelen in Los Angeles.

Opvallend is dat Peter Norman contact bleef houden met Smith en Carlos. Norman overleed op 64-jarige leeftijd aan een hartaanval. Smith en Carlos kwamen over naar Australi om hem de laatste groet te brengen. Ze hielpen ook zijn doodskist te dragen.