Column: De dominantste verliezers

Tijdens de eerste races van 1998 had McLaren een overwicht dat dermate groot was, dat iedere concurrent op meer dan een ronde achterstand werd gezet. De techniek en aërodynamica waren prima, de Mercedes motor een klasse op zich. Meedogenloos leek het team af te stevenen op een wereldtitel.

Uiteindelijk won Häkkinen de titel pas in de laatste race. Dat Schumacher tot dan toe een serieuze bedreiging kon zijn had tal van oorzaken. Een versnellingsbak die nog wel eens stuk ging, wat foutjes, en een Schumacher die vrijwel iedere keer dat het wat tegenzat maximaal profiteerde. Dat jaar heeft mijn beeld over McLaren duidelijk gevormd.

Het Engelse team had dat jaar en vele jaren sindsdien de neiging om een dominante positie te verspelen door bijvoorbeeld slechte betrouwbaarheid, knullige strategische fouten en pech. Ook dit jaar wordt dit beeld bevestigd zonder weerga. Wie de uitslagen bekijkt is snel geneigd om te denken dat McLaren na Renault het snelste team is. Dat McLaren in werkelijkheid veel sneller is, zie je er niet aan af.

We zijn amper over de helft van het seizoen, maar we kunnen nu wel al concluderen dat McLaren veel, heel veel punten heeft laten liggen. In Australië was het de regen die dwars zat, in Maleisië zat de kwalificatie tegen en bleek een ventieldop defect. In Bahrein was het weer de kwalificatie die tegenviel, hoewel dat in de race aardig werd weggewerkt. In San Marino leek het lek van de kwalificatie eindelijk boven water, maar viel Räikkönen vanuit leidende positie uit met een technisch defect.

Spanje en Monaco werden dominant gewonnen, maar in Europa liet de ophanging het afweten door de klappen van een vernachelde band. Canada werd met wat geluk gewonnen, maar in de USA kon het team weer niet profiteren van de snellere auto. En ook afgelopen weekend werd weer een redelijk zekere overwinning niet behaald door het ploffen van een motor, op vrijdag nog wel. Een fantastische kwalificatie en race konden de schade beperkt houden, maar McLaren zou met deze auto moeten domineren, niet de schade beperkt houden.

Let wel dat het niet alleen de schuld is van McLaren of Mercedes, het is alles. Het is ook pech, het is ook onvermijdelijk dat iedereen wel eens een technisch defect heeft. Maar bij McLaren lijkt het er wat meer bij te horen dan bij andere teams. Dat geeft ze karakter, zou je kunnen zeggen, maar ik betwijfel of Kimi het ook zo zal zien.

Ook voor de volgende race is McLaren, en vooral Räikkönen dan, huizenhoog favoriet. Maar ik zie het alweer gebeuren... een slecht getimede regenbui, een sputterende versnellingsbak, een lekke band, wat kan er allemaal nog meer gebeuren? Een aanrijding tussen de rijders, een onbenullige zwarte vlag, een defecte pit-lane speed limiter – het zijn allemaal van die dingen die nou eenmaal soms gebeuren, maar in het geval van McLaren net eventjes te vaak en op de verkeerde momenten.

Met nog negen races te gaan en een achterstand van 24 punten moet Kimi al meer dan twee punten per race goed maken op Alonso. Zelfs als je in een dominante auto zit die niet van McLaren is, is dat al een schier onmogelijke opgave, zeker gezien de goede betrouwbaarheid van de Renaults en het constante presteren van Alonso. Maar in een McLaren tart het helemaal ieder verwachtingspatroon. Niet onmogelijk, zeker niet, maar wel heel erg onwaarschijnlijk.

Ron Dennis gaf na de Grand Prix van Frankrijk al te kennen dat hij Alonso zou aanmoedigen veel tennis te gaan spelen, dat scheen te helpen. Maar als hij zijn Finse protégé een kans wil geven op de wereldtitel, mag hij in dat met architectuurprijzen overladen, godallemachtig dure hi-tech centrum wel eens een fatsoenlijke afdeling voor kwaliteitscontrole inrichten. Dan maar wat minder karakter.