Verwarring rondom veiling spullen Gandhi

Persoonlijke spullen van de Indiase held Mahatma Gandhi zijn gisteren in New York alsnog geveild voor 1,8 miljoen dollar (1,4 miljoen euro). Veilinghuis Antiquorum zette de verkoop door, hoewel de eigenaar opdracht had gegeven de veilig af te lasten wegens protesten uit India.

Een Indiase zakenman zou de nieuwe eigenaar zijn van onder meer Gandhi's karakteristieke ronde brilletje. Hij moet echter twee weken langer wachten op zijn kersverse eigendommen, om juridische problemen rondom de omstreden verkoop op te lossen.

Tony Bedi, die een bod uitbracht namens de Indiase miljardair Vijay Mallya, zei dat de aankoop betekent dat Gandhi's items terugkeren naar India. "Hij was eigenlijk aan het bieden voor het land", aldus Bedi. In de veilingzaal, die volgepakt zat met Indiase bieders, klapten en juichten mensen toen de hamer de tafel raakte.

Maar Mallya's patriottistische gebaar zorgt voor een complexe juridische kwestie. Het is onduidelijk wanneer en of de spullen daadwerkelijk naar de miljardair gaan. Volgens de advocaat van de Amerikaanse eigenaar had het veilinghuis helemaal geen recht om de spullen te verkopen.

De Amerikaan James Otis, een vredesactivist uit Californië, had namelijk eerder op de dag gezegd dat hij de eigendommen aan India wilde doneren. Otis zag na gesprekken met het Indiase consulaat in New York af van de veiling. Hij sprak af de bril, sandalen, een horloge, een bord en een kom aan India te geven. India zou in ruil daarvoor de uitgaven van de gezondheidszorg voor de armen moeten vergroten en Gandhi's spullen gebruiken voor een internationale tentoonstelling.

De familie van de leider van India's geweldloze onafhankelijkheidsstrijd was mordicus tegen de veiling, die zij als een belediging beschouwt. Ze vindt daarbij, net als de regering, dat de spullen in India thuishoren, zodat het publiek ze kan bekijken.

Verwarring rondom veiling spullen Gandhi  (foto: ANP)