Zware gevechten in Zuid-Irak

Bij zware gevechten in de omgeving van de stad Nasiriyah in het zuiden van Irak heeft het door de Amerikanen gesteunde Iraakse leger dit weekeinde veertig sjiitische militiestrijders gedood en nog eens veertig gevangengenomen. Het Amerikaanse leger heeft dit zondag bekendgemaakt.

De radicale anti-Amerikaanse sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr beschuldigde de Amerikaanse en Iraakse strijdkrachten van moord. Zijn volgelingen lieten weten dat er geen sprake van kan zijn dat hun Mahdi-leger wordt ontbonden, zoals nu door de -eveneens sjiitische- premier Nouri al-Maliki wordt geëist. Ontbinding van de militie 'betekent het einde van Al-Maliki's regering', zei het parlementslid Fawzi Akram, een aanhanger van Al-Sadr. Hij beschuldigde de regering van een 'smerige militaire en mediacampagne' tegen het Mahdi-leger, die is opgezet en wordt ondersteund door de Amerikanen. Als de operaties voortduren 'staan alle opties open', zei hij.

Een van die opties zou de formele beëindiging kunnen zijn van het eenzijdige bestand dat Al-Sadr in augustus afkondigde, waardoor ook volgens de Amerikanen het geweld in Irak in het afgelopen jaar aanzienlijk is afgenomen. Het bestand ligt in duigen sinds het leger in maart onder leiding van Al-Maliki een offensief begon tegen het Mahdi-leger in Basra en de gevechten zich uitbreidden tot Bagdad en sommige andere delen in het zuiden. Al-Sadr beschuldigt de regering ervan het bestand te misbruiken om zijn politieke beweging te verzwakken, met het oog op de provinciale verkiezingen later dit jaar. Hij dreigde zaterdag met een 'openlijke oorlog' als de campagne niet ophoudt.

Toch lijkt Al-Sadr in toenemende mate politiek geïsoleerd te raken. Belangrijke soennitische, sjiitische en Koerdische partijen hebben zich achter Al-Maliki geschaard in diens aanpak van de milities. Zelfs de Iraanse ambassadeur in Bagdad steunt het optreden tegen de 'wetsovertreders' in Basra; Amerikaanse functionarissen menen dat Iran de milities traint en bewapent, ook al wordt dit door Iran ontkend.

De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Condoleezza Rice dook zondag onverwacht in Bagdad op. Ze wilde met haar bezoek de politieke winst benadrukken die de regering van Al-Maliki heeft geboekt door met de milities de confrontatie aan te gaan. Ze merkte smalend op dat Al-Sadr dreigementen en edicten uitvaardigt terwijl hij veilig in Iran zit, waar hij bezig is met studie, terwijl zijn aanhangers zich dood mogen vechten.