Politie agent loopt 19 min. per dag op straat

Nog steeds zit de gemiddelde politieagent vaker achter zijn bureau dan dat hij op straat loopt. Een gewone werkdag bestaat voor 67 procent uit zitten. De agent staat maar 17 procent en loopt slechts 4 procent van de dag, wat neerkomt op 19 minuten.

Dat blijkt uit het eerste wetenschappelijk onderzoek naar de fysieke taken en activiteiten van de doorsnee-agent, uitgevoerd door de Vrije Universiteit in Amsterdam. De politiebond ACP noemt de resultaten zorgelijk. Minister De Vries (Binnenlandse Zaken) hamert er al jaren op dat agenten minder achter hun bureau en meer op straat moeten zijn.

Volgens de onderzoekers is het fysieke politiewerk niet erg intensief. Ze vergeleken de hartslag van agenten met die van vuilnismannen en straatvegers. De gemiddelde hartslag van de agent ligt de helft tot tweederde lager.

Agenten lopen juist door de lange periodes van `geringe inspanning' een grotere kans op blessures, als spierscheuringen en verstuikingen, als zij plotseling in het geweer moeten komen, aldus de onderzoekers. Een agent is dagelijks vijf minuten kwijt is aan `meer inspannende taken', zoals tillen, rennen of duwen. De onderzoekers volgden 80 agenten uit zes regiokorpsen. De groep is representatief voor alle politiemedewerkers en straatsurveillanten. De meeste tijd gaat op aan bureauwerk, drie uur per dag, iets minder dan 2 uur en 45 minuten aan `surveilleren' of `naar een melding gaan'. En ook dat gebeurt grotendeels zittend, bijvoorbeeld in de auto.

Volgens de onderzoekers hebben agenten, onder meer door het vele zitten, niet veel prikkels om hun conditie op peil te houden. Trainen zou hen sneller laten herstellen van flinke inspanningen en hun gezondheid bevorderen.

De CNV-politiebond ACP wijt het aan de sterk gegroeide papierwinkel dat agenten zo vaak zitten tijdens hun werk. De bond heeft bij de jongste cao-onderhandelingen nog sterk geijverd voor verbetering van de lichamelijke conditie van agenten. Maar dat punt heeft het niet gehaald, aldus de bonden.