Nederlanders zijn zeikerds

Mijn vrouw en ik zijn tijdens de kerstweek in Wenen geweest. Het was een achtdaagse reis. De eerste dag was echter naar een tussenhotel in Zuid-Duitsland en de terugreis ging ook via Zuid-Duitsland, dus eigenlijk waren het vijf dagen Oostenrijk. We verbleven ook niet in Wenen zelf, maar in Eichgraben, zo'n dertig kilometer van Wenen. Het was wel een vrij goedkope reis. Hij was € 479,00 per persoon en dat is niet duur als je tijdens de kerstweek in Oostenrijk verblijft. Excursies en entreegelden waren natuurlijk niet inbegrepen, maar het is een viersterrenhotel en dan valt die prijs toch echt wel mee.

Misschien was het wel vanwege die prijs, dat we met twee bussen vanuit Nederland naar het hotel in Eichgraben vertrokken. En hoewel het geen officiële vijftigplusreis was, waren de meeste deelnemers de vijftig dik gepasseerd. Er waren slechts twee jonge meisje bij en die waren met hun ouders mee.

Mijn vrouw en ik vonden de reis goed georganiseerd. Maar natuurlijk is er altijd wel iets waarover je zou kunnen zeuren. Zo was de receptionist van het hotel een chagrijn. Het duurde even voordat het water van de douche warm was. Verder waren er verschillende groepen in het hotel. Die groepen gingen niet tegelijkertijd eten en daarom was een goede organisatie van het diner voor de verschillende groepen belangrijk. Er was namelijk soep, een saladebuffet, een buffet met drie verschillende soorten vlees en verschillende soorten groente en een buffet met desserts. Het moest natuurlijk worden voorkomen dat een groep nog de soep op moest opscheppen en dat dan het vlees al op was.

Meestal ging dat goed, maar op één dag was er een groep uit Zuid-Korea voor ons en hoewel ze in Zuid-Korea goed te eten hebben en in Noord-Korea niet, leek het wel of ze uit Noord-Korea kwamen, zo hadden ze zitten bunkeren. Met als gevolg dat de bediening nog geen nieuwe bak met stukken kip had klaargezet toen wij voor het hoofdgerecht kwamen. We moesten vijf minuten wachten en toen kwam er een bak met goulash, en dat hadden we de dag ervoor al gegeten. De kip was dus duidelijk op. Maar er was nog die goulash, varkensvlees en vis, dus we hoefden niet vegetarisch te eten. De manager heeft zich bovendien de volgende dag ook nog verontschuldigd.

Maar man wat een gezeik kwam er over dat eten. De volgende dag in de bus naar Wenen zaten een paar nog te zeuren over de kip die ze niet hadden gehad. En niet alleen over dat gemiste stukje kip werd gezeurd. Ze vonden het eten over het algemeen ook nog eens niet lekker. Het vlees was te droog, de groente niet ver genoeg doorgekookt voor hun zielige gebitjes en de receptionist kwam ook regelmatig ter sprake.

Nu was daar niet alleen die receptionist. Er was ook een ober die de benen uit zijn reet liep tijdens het diner om iedereen steeds van drankjes te voorzien en meteen na het eten stond die man alweer achter de bar tot een uur of één 's nachts. En altijd vrolijk en grapjes maken. Maar over hem hoorde je niemand.

En het ging natuurlijk over de vier sterren van het hotel. Maar die vier sterren had het hotel te danken aan het zwembad en de uitgebreide wellness. Dat wist ik al van tevoren. Bovendien was er ook de prijs-kwaliteitsverhouding. Er moest natuurlijk iets zijn waardoor die reis zo goedkoop was. Mijn vrouw en ik vonden de verhouding tussen prijs en kwaliteit ruim voldoende. Maar er werd maar over doorgezeurd en sommige mensen hadden het er op de terugreis nog over. Ik had ze graag eens meegenomen op één van de fietsvakantiereizen door de tropen die wij in het verleden regelmatig hebben gemaakt.

In de jaren negentig gingen we vaak met onze fietsen naar het Verre Oosten voor een fietsreis. We hebben in Noord-Thailand, Zuid-Thailand, Maleisië, Sumatra, Sulawesi en Sri Lanka gefietst. De reisorganisatie boekte dan het eerste en het laatste hotel en de rest moest je zelf regelen. Als het dan ging om het onderkomen, had je niet altijd een keuze. Vooral tijdens de fietsreizen door Sulawesi had je meestal geen luxe. We hebben er een paar keer bij mensen thuis overnacht en dat waren geen chambre d'hôtes of bed & breakfasts. In die 'huizen' hoorde je 's nachts als je wakker werd de katten achter de muizen of ratten aan jagen. We hadden een keer een restaurant met een aantal kamers die aan een veranda lagen. Wij hadden het voorste kamertje gehuurd. Tegen etenstijd ging ik even naar de kamer om iets te pakken. De deur stond open en ik deed hem achter me dicht en zag daar naast de deur vier grote leguanen zitten en die verdwenen snel in een grote kier naast de deur. Na het eten ging ik mandiën. De mandibak was achterin een hal. Je gooit dan een pannetje water een paar keer over je heen en dan ben je gewassen. Wel je ogen dicht houden, want het water is meestal niet schoon. Toen ik terugliep naar de kamer zag ik een paar ratten onder een kast verdwijnen. Wij hebben altijd een klamboe bij ons in die landen, maar we hebben die nacht toch ook maar het licht aan gelaten. Dat deden de Indonesiërs in de andere kamertjes ook.

In Thailand kwamen we eens in een hotelletje dat ook meteen bordeel en gokhal was. We sliepen in een peeskamertje. We hebben wel altijd een lakenzak en een kussensloop bij ons, maar het blijft smerig. Gelukkig belandden we na het eten aan een stalletje bij een feest dat de burgemeester en de sheriff hadden georganiseerd en daar kreeg ik een bamboe met eigen gestookte whisky. Ik kreeg er ook nog eentje mee voor in het hotel. Dus ik heb er best lekker geslapen ondanks de smerige boel. Die onderkomens kostten natuurlijk geen drol, maar je moest er wel aan wennen. En dan heb ik het nog niet eens over de kakkerlakken gehad. Die kom je in die landen ook nogal eens tegen en niet alleen in eenvoudige onderkomens. In de meest luxueuze hotels kunnen ze zitten. Die mensen van de kerstreis zouden voor jaren genoeg hebben om over te zeiken, als ze zo'n reis met ons zouden maken.

Mijn vrouw en ik gaan echter niet voor een hotel op vakantie. Wij gaan voor de natuur. Met de fiets dwars door de jungle, de lucht van wild opsnuiven en 's morgens vroeg de brullende gibbons horen. Daar gaan we voor. En naar steden gaan we om de stad te zien. Het onderkomen is voornamelijk om te slapen. En slapen doen we altijd wel. Kakkerlakken, tjitjaks, leguanen, ratten, muizen of niet.
Als die mensen van de kerstreis ook die instelling zouden hebben dan zou dat een hoop gezeur hebben gescheeld. Of is het toch gewoon waar wat ze zeggen? Dat Nederlanders altijd wat te zeiken moeten hebben. Je zou het haast geloven.

Nu ben ik natuurlijk ook aan het zeiken over de mensen van de kerstreis. Maar ik ben niet alleen Nederlander, maar ook nog columnist. En columnisten moeten nou eenmaal altijd iets te zeiken hebben.