De manipulatieve taalspelletjes van de NS

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep.

Stel je eens voor. Je belt de politie en je vraagt of ze aan de hand van de camerabeelden willen nagaan of die meneer met die blauwe jas en die gele sjaal (over wie je fijntjes even opmerkt dat dat Piet de Vries is, die aan de Dorpsstraat nummer 6 in Ons Dorp woont) gisteren om kwart voor 3 op de kruising bij het gemeentehuis door rood is gefietst. En terloops zeg je even, dat als uit onderzoek mocht blijken dat dat inderdaad het geval is, een bekeuring naar jouw mening niet kan uitblijven. Dan is er veel, heel veel moed voor nodig om vol te houden dat je niet bij de politie hebt geklaagd over Piet de Vries. Als je dat toch doet, dat “ik heb helemaal niet geklaagd, ik heb slechts om een onderzoek verzocht”, dan is dat ronduit achterbaks. Want je wílt helemaal geen onderzoek. Je wilt dat Piet de Vries een bekeuring van de plaatselijke bromsnor aan zijn broek krijgt. Dát is wat je wilt. En dat mág je ook best willen, maar wees daar dan eerlijk in.

Dit bovenstaande verhaal is natuurlijk pure theorie, die slechts dient om iets duidelijk te maken. Want in het echte leven zou die meneer het wel uit zijn hoofd laten om met zo’n vraag de politie te bellen. Hij zou daarna immers door de rest van het dorp met de nek worden aangekeken, in het plaatselijke café niet meer welkom zijn, in het restaurant zou de serveerster telkens ‘per ongeluk’ dat bord soep over zijn nieuwe pak laten vallen, de tandarts zou zijn kies vullen zonder verdoving en de bus naar de grote stad zou telkens pesterig net voor zijn neus wegrijden. En terecht.

Maar dit gedrag is precies wat de NS ook doet. Er komt mogelijk een nieuwe internationale treinmaatschappij tussen Den Haag en Brussel. De kans is aanwezig, dat dat de NS inkomsten gaat kosten. Geen reden tot medelijden, overigens: het is immers de NS zélf geweest die de treinverbinding met België zo fors heeft verslechterd, dat er een andere onderneming is opgestaan die zegt dat het wél lukt om een behoorlijke verbinding te bieden. Wanneer er echter een risico is dat een internationale trein ook binnenlandse passagiers gaat vervoeren, loopt de NS dus inkomsten mis. Daarom heeft de NS de mogelijkheid om de Autoriteit Consument & Markt onderzoek te laten doen, waarvan de uitkomst kan leiden tot een verbod van die nieuwe trein. Toen onderzoeksjournalist Brenno de Winter daar met de NS over belde, werd getracht, hem met een kluitje in het riet te sturen: het antwoord van de NS luidde dat het helemaal niet ging om een klacht of een verzoek tot handhaving (dus een verbod), maar slechts om de vraag of er een onderzoek kon worden gedaan naar de vraag of die nieuwe treinmaatschappij straks ook binnenlandse reizigers vervoert. Dat is dus een vraag in de trant van “Agent, reed Piet de Vries gisteren om kwart voor 3 door rood?” Een als onderzoeksvraag vermomde klikpartij met als doel dat je gewoon je zin krijgt, ten nadele van een ander. En nogmaals, als je vindt dat een ander zich misdraagt en je wilt dat daartegen wordt opgetreden: prima. Maar wees daar dan wel eerlijk in!

De NS heeft een ronduit beroerd imago. Arrogant. Betweterig. Geen zelfreflectie. Maling aan de klant. Met dit soort woordspelletjes maakt de NS het alleen maar erger.

Er bestaat een prachtig boekje over manipulatief taalgebruik. ‘Dat heeft u mij niet horen zeggen’, heet het. Over hoe je met slimme formuleringen de wereld om je heen een rad voor ogen kunt draaien. Dat boekje ligt zonder twijfel in het hoofdgebouw van de NS op de leestafel. Kan haast niet anders. Maar dat iedere NS-manager dat boekje uit zijn hoofd heeft geleerd en dat de NS dat soort trucjes ook aan de lopende band probeert te gebruiken? Dat heeft u mij niet horen zeggen.