Geert: geen Nazi, maar Yankee

Om het heden te begrijpen en op waarde te schatten, is het vaak zeer waardevol om naar het verleden te kijken. Geschiedenis leert ons een heleboel als we de moeite nemen het te bestuderen en te doorgronden. Mettertijd veranderen onze percepties van gebeurtenissen, verandert wat belangrijk wordt geacht. Na WO2 was het 'dit nooit weer' en 'opdat wij nooit vergeten', maar nu meer dan ooit mag er geen enkele vergelijking worden getrokken, is een discussie direct verloren als je 'de nazi's' aansnijdt. Niet Pol Pot, Che Guevara, Fidel Castro, Stalin of Truman werd onze belichaming van het onbespreekbare kwaad, maar, gemakkelijk en begrijpelijk, de oosterburen. Met Godwin is Hitler Voldemort geworden.

Dus als we dan de huidige ontwikkelingen – van een polariserende samenleving, verscherpte tegenstellingen, uitvergrote haat, voorstellen voor ghetto's, verboden, immigratiestops en uitsluitingen – nader willen bezien, lijkt het verstandig '40-'45 omwille van de lieve vrede te laten voor wat het is. Wellicht is het interessanter, en vernieuwender, om de vergelijking eens te trekken met het tegenovergestelde van onze As van het Kwaad: Amerika! De bevrijders, brengers van cultuur, welvaart en White Anglo-Saxon Protestant-hegemonie. De 'zonder ons praatten jullie nu Duits'-verlossers, die zich al 66 jaar op de borst kloppen voor 1 dode Amerikaan per 100 dode Russen (300.000 vs. 30 miljoen; Nederland alleen had bijna evenveel slachtoffers als de VS).

Al in de jaren veertig van de negentiende eeuw begon het groeiende Amerika, dat enkele decennia later al de grootste economie van de wereld was toen ze het Britse Rijk onder Victoria voorbijstreefden, te denken over hun rol in de wereld. “Manifest Destiny” werd uitgerold: de rotsvaste overtuiging dat de blanke, Engelstalige bevolking van Amerika door God voorbestemd was om het hele continent te veroveren en te cultiveren. In de decennia erna werden de Indianen op eng herkenbare doodsmarsen naar Oklahoma in het onbevolkte westen gestuurd, wat later de Trail of Tears zou gaan heten. Indianen die zich niet gewonnen gaven kregen uiteindelijk oorlog op hun dak. Ziektes en kindersterfte hakten in op de bevolking. Massale bizonslachtingen duwden de laatste economische stoelpoot onder ze vandaan.

De latere 'White Man's Burden' en de 'Frontier Thesis' deden de rest. De eerste het idee dat blanke westerlingen een morele plicht hebben om ongeciviliseerde culturen te onderwerpen en bij te scholen tot Verlichte, democratische, liefst Engelstalige liberalen. De tweede het idee dat de Amerikaanse cultuur, het denken en de volksaard allemaal terug te leiden is tot de eeuwige, mythische 'frontlinie': de grens van bewoond en voor landbouw of industrie geschikt gemaakt land, en gevaarlijke, ruige wildernis. Toen de Gold Rush in no-time zorgde voor een goed transportnetwerk en grootscheepse immigratie, kwam in de jaren '90 van de 19e eeuw het besef dat de Frontier verdwenen was.

Dus werd Hawaii onderworpen, de koningin afgezet. Een ontstellende rij volgde: Samoa, Guam, Wake, Midway en de Filipijnen in de Pacifische Oceaan, op het vasteland van Amerika kreeg tussen 1870 en 1930 met inbegrip van Costa Rica en Colombia werkelijk elk land van Mexico tot Venezuela, en zo'n beetje alle Caribische staatjes, te maken met Amerikaanse invallen, bezetting, georganiseerde revoluties, uitbuiting door United Fruit, het volledig opkopen van de Maagdeneilanden (en dat drie keer proberen bij Cuba), noem het maar op. Tegelijkertijd werden scherpe immigratieregels van kracht, die vooral Aziaten en Afrikanen min of meer verbood te immigreren naar de VS; ze werden als minderwaardige rassen gezien, die niet of nauwelijks konden bijdragen aan de Amerikaanse droom.

Roosevelt liet Japan in 1905 expliciet toe, te beginnen aan hun imperialistische droom op het Aziatische vasteland. Hij had een enorme voorliefde voor het land en haar cultuur, en een evenzo grote hekel aan de in zijn ogen achtergestelde en inferieure Chinezen. Japan zou vanaf dat punt in 1905, niet stoppen tot Hawaii en de Filipijnen er in 1941 aan moesten geloven. Klassieke blowback. Hetgeen ook nog eens ranzig eindigde. Niet alleen startten de Amerikanen een massale campagne van angst en racistische haat tegen Japan, die uiteindelijk zou eindigen in een samenleving die haast klaarkomt van orgastisch genot in het gooien van de atoombommen, ze stopten ze ook nog in kampen.

Hier herinneren we de Amerikaanse strijd tegen Japan nauwelijks, in Amerika is dat omgekeerd zo voor de inspanningen in Europa; behalve D-Day wordt daar toch vooral teruggedacht aan de kamikaze, boobytraps en oerwouden waarmee Japanners ze confronteerden. Het was het dodelijkste conflict sinds de Burgeroorlog tachtig jaar eerder. 'Japs' werden afgeschilderd als beestachtige monsters, die als een soort bruut pre-Star Trek Borg-collectief eensgezind de wil van de even maniakale keizer uitvoerde. Dus luidde de tekst van de in 1944 uitgebrachte “Win The War Blues” van Sonny Boy Williamson dan ook: “I wants to drop a big bomb, and set the Japanese city on fire, now because they are so rotten, that I'd just love to see them die.”

Toen de bommen eenmaal waren gegooid, werd overal in het land grootscheeps feestgevierd. Omdat de oorlog voorbij was, maar ook “omdat we de Jappen hun lesje hebben geleerd”. Evenzo gedesinteresseerd was men in de totale Vernichtung van alle eeuwenoude Duitse steden, als ook de etnische anti-Duitse zuiveringen in Oost-Europa die miljoenen het leven kostten. De Buchanan Brothers zongen in hun countrynummer “Atomic Power” (1950) waarschuwend:  “Hiroshima, Nagasaki paid a big price for their sins, when scorched from the face of earth their battles could not win”, eindigend met “Atomic power (…) was given by the mighty hand of God”. En toen de oorlog tegen de smerige communisten in Korea uitbrak, was de roep om inzet van nucleaire wapens dan ook groot. Getuige ook de tekst van “When They Drop The Atomic Bomb” uit 1951:

There will soon be an end to this Cold and wicked War
When those hard-headed Communists get what they're lookin' for
Only one thing that will stop them and their atrocious bunch
If General MacArthur drops an atomic bomb

There'll be fire, dust and metal flying all around
And the radioactivity will burn them to the ground
If there's any Commies left, they'll all be on the run
If General MacArthur drops an atomic bomb

Toen de Russen ook 'de bom' ontwikkelden in '49, groeide de paranoia gevoeglijk, raakten ze zo langzamerhand 'hellbent on destruction'. 'Duck and Cover' werd ingevoerd, fallout-shelters gebouwd, angst uitgebuit door beide regering en religie: velen vreesden dat het uitroeien van de mensheid en de Tweede Komst van Christus op handen waren. Ook dit sentiment is in 1953 weer prachtig in één liedje gegoten, dat onder andere stelt: “Instead of us tryin’ to get up to Mars, we better get down on our knees! (…) If God intended we should go to Mars, why’d He put it so far away?” en “[The H-Bomb's a] thousand times stronger than that A-bomb is, and it’s gonna blow us all to kingdom come!”

You better stop them scientists from re-searchin’
‘Cause they done gone too far
They got these boys flyin’ faster than sound
And the whole world’s in a war
Man that a-tomic energy sure scares me
‘Cause if it will do what they claim
You better start thinkin’ ‘bout savin’ your soul
Or Sam Johnson ain’t my name!

Wat ik uiteindelijk bedoel te zeggen, is dat, in acht nemend dat Nederlanders (met een hernieuwd anti-Duits sentiment bij de jeugd) nog steeds tot de meest anti-Duitse volkeren van de wereld behoren, we de klaarblijkelijk te gevoelige vergelijking met Sobibor, Wannsee of de Neurenbergwetten helemaal niet hoeven maken als een PVV'er hardvochtig volhoudt op nationale televisie dat het uit de bus weren van hoofddoekjes best wel een prima idee is. We kunnen naar ons zelf-gebrouwen Zuid-Afrika kijken, apartheid als bekendste Hollandse bijdrage aan de wereldgeschiedenis. Of de Politionele Acties in Indië. Het opsluiten van Molukkers in Westerbork.

Maar evengoed kunnen we de blik richten op de Britten (die blij hun nieuwe uitvinding – machinegeweren – uittestten op honderdduizenden nietsvermoedende Afrikanen), op Fransen, Russen, Jappen, Chinezen, Yankees – Guantanamo nog steeds open, twee oorlogen zonder eind in zicht, u kent het verhaal inmiddels. Ons klaarblijkelijk nog steeds voortdurende onvermogen om Nazi-Duitsland te relativeren te midden andere regimes die even erg of wellicht veel gruwelijker waren, staat de discussie over het wérkelijke argument op internet, in de media en in de politiek helaas voortdurend in de weg.

We kennen allemaal de verhalen van deportatie, immigratiestops, apartheid en concentratie. Die vind je niet alleen oostelijk van Enschede, maar overal. De werkelijke vraag is en blijft, om Cohen toch maar een keer de eer van een parafrase te gunnen, “of we dat moeten willen” – of we definitief onze liberale en tolerante veren van ons af schudden om ze te vervangen voor bepantsering van angst en paranoia voor een mythische vijand en terreur. Je zou kunnen stellen dat Osama en consorten dan na tien jaar toch de strijd hebben gewonnen: door middel van terreur angst zaaien en de fragiele, op consensus van meerderheid gebaseerde Verlichte natiën doen zwichten in één grote angststoornis, en ze zo door de knieën laten gaan voor de extreme tak van Islam.

Júist opsluiten, uitsluiten of uitzetten zal die erkenning geven. Wij tegen zij. Van een paar Saoudi's en Afghanen met een steekje los, tot continentale tweedeling tussen twee werelden die naar elkaar hadden kunnen groeien, maar in tien jaar tijd opgejut zijn om elkaar te haten en de hersens in te slaan.  Terwijl wij als Verlicht Westen evengoed handenvol smetten op blazoenen hebben, die we in (boeken)kasten hebben weggestopt en nog altijd proberen te negeren in onze rotsvaste overtuiging van ons gelijk. Angst, segregatie, rijzende spanningen vol intercontinentale haat, ofwel Bin Laden z'n zin? Jammer zou dat zijn. En Auschwitz heeft daar geen drol mee te maken.

I hold these truths to be self-evident
That all men may be cremated equal!

Veel van bovenstaande liedjes ken ik dankzij een documentaire uit 1982, getiteld “The Atomic Cafe”. Zonder voice-overs laat de film originele beelden uit de '40s en '50s voor zichzelf spreken. Het is een must voor eenieder die geïnteresseerd is in de eerste decennia van de Koude Oorlog, en de Amerikaanse reactie op atoomwapens.