Te effectieve journalistiek?



Het was een grauwe zondagavond, december 1958, de winter was op komst en de dagen werden langzaam korter en kouder. Pieter Kuijpers was dan ook blij dat hij binnen zat, in een bruin café in de binnenstad van Helmond, weliswaar aan het werk. Het was niet makkelijk geweest om te wennen aan de flexibele werktijden van zijn nieuwe baan, je bleef immers toch afhankelijk van je informanten en slachtoffers, maar dankzij de vele voordelen die de baan bood had Pieter de tijden noodgedwongen toch maar geaccepteerd. Pieter hield bijvoorbeeld wel van een borreltje en daar kwamen de voordelen van deze baan dan ook om de hoek kijken. Net als vandaag bracht Pieter namelijk de meeste tijd van zijn werk door in het café, waar hij zijn informanten en slachtoffers mee naar toe nam, waar hij ze dronken voerde en tenslotte de informatie lospeuterde die hij wilde hebben. Pieter was dan ook de beste uit zijn omgeving, de beste in het ontrafelen van mysteries en geheimen, in het ontlokken van woordenbrijen van informatie, de beste in zijn vakgebied. Was Pieter dan een detective? Of een informant voor de maffia misschien? Of een altijd nieuwsgierige belastingsinspecteur? Nee, Pieter was een journalist...

We zijn nu bijna vijftig jaar verder en Pieter ligt inmiddels letterlijk tussen zes plankjes. Iets anders wat ook tussen zes plankjes ligt, op een figuurlijke manier, is de journalistiek die Pieter bedreef. De tijd dat je als journalist de kroeg in liep om je informatie te vergaren is namelijk niet meer, met de komst van nieuwe media, TV en voornamelijk internet, is de journalistiek steeds meer veranderd. Waar het vroeger doodnormaal was om een bron naar het café te nemen en daar je best deed om zijn tong te laten dansen is dat nu nog slechts een methode uit mythen. Maar welke methodes zijn hiervoor in de plaats gekomen en wat voor invloed heeft deze verandering op bijvoorbeeld de gamebusiness?

Nieuws verspreidt zich, een gegeven dat al millennia lang op gaat, of het nou via muurschilderingen, papyrus, mond-tot-mond, een postduif, print, telegram, telefoon of internet gaat. Uiteindelijk zal het zich altijd verspreiden, hier heeft de manier waarop geen enkele invloed op. Waar deze manier van nieuwsrapportering echter wel invloed op heeft is de snelheid waar het nieuws zich mee verspreidt. Met als snelste medium het internet waar een op het oog doodgewoon nieuwtje binnen tien minuten wereldnieuws kan zijn. Mede dankzij deze snelheid is de journalistiek ontzettend veranderd, men zit niet langer in de kroeg te wachten op dat interessante nieuwtje, maar zit achter zijn PC om een nieuwsdatabase van het ANP of een grote nieuwssite af te zoeken naar sappige informatie. Een vooruitgang die in ieder geval de kwantiteit in nieuws ten goede komt. Niet langer hoeven we dagen of, in een beter geval, uren te wachten tot we nieuws uit bijvoorbeeld Amerika en Japan ontvangen om daar vervolgens verslag van te doen. Het fenomeen internet schept voor ons de mogelijkheid, mits in bezit van een klein talenknobbeltje, al na enkele minuten na het verschijnen van nieuws verslag te doen.

Koppel deze snelle verslaggeving aan de steeds commerciëler wordende gamebusiness, waarin het \'lekken\' van gegevens, \'per ongeluk\' verklappen van informatie en de (steeds grotere) interesse in gestolen/gehackte informatie aan de orde van de dag zijn en je hebt eigenlijk perfecte verslaggeving. Althans kwantitatief gezien, kwalitatief is natuurlijk een ander verhaal en blijf je als journalist afhankelijk van je eigen schrijfkunsten en de betrouwbaarheid van je bron. Je zou dan ook zeggen dat de huidige situatie bijna de droom van elke journalist is. Er zitten echter een paar maren aan deze huidige gang van zaken. Hij is namelijk iets té goed aan het worden. Er zijn nog maar weinig uitgevers en ontwikkelaars die hun projecten nog geheim kunnen houden. En daar komen we eigenlijk bij mijn euvelpunt: de E3. Waar de E3 vroeger nog een festival van primeurs was is het veranderd in een marathon van oud nieuws. Want ook al deden grote uitgevers als Microsoft, Nintendo en Sony dit jaar alsof hun persconferentie een circus van verrassingen was leert de waarheid ons natuurlijk anders. Bijna alle aankondigingen waren immers al dagen, weken en in sommige gevallen zelfs al maanden bekend. Is dit erg? Ja, dat is erg. Want wat is het hele nut van zo\'n groot persevent als de getoonde informatie al oud nieuws is? En het zou jammer zijn als grote uitgevers vanwege de hoge kosten tegenover het kleine profijt niet meer naar zulke events zouden gaan. En deze gedachte is niet eens heel irreëel als we kijken naar de recente uitspraken van mannen als Riccitiello(EA) en Detoc(Ubisoft). Het zou erg zonde zijn als we door deze gang van zaken deze mooie paradijzen der info om zeep zouden helpen. Maar wat zou nou eigenlijk de hoofdschuldige zijn in zo\'n situatie? Het \'te vroeg\' uitkomen/uitlekken van de informatie of juist de snelheid van het internet waardoor deze gelekte informatie binnen enkele minuten een wereldprimeur is? Ik weet het antwoord niet op deze vraag, want beiden zullen wel deels schuldig zijn. En misschien zit ook wel weer een beetje te zeuren en moet ik juist blij zijn met het gemak die deze veranderingen met zich meebrengen. Maar een feit blijft dat het gaan naar persevenementen of een cafeetje afstruinen voor informatie een stuk romantischer blijft dan op het internet de F5-knop te zitten bashen. En bovendien een stuk minder pijnlijk...