Een kutverhaal

Column door SpiekerJozef

Wachten, wachten en nog eens wachten. Kiptandorie, ze werd schijtziek van dat wachten en tot overmaat van ramp, was ook nog de buurvrouw, van een paar huizen verderop in de straat, de wachtkamer komen binnenlopen. Die takketrut van nummer 14. Als die wat hoorde of zag dan wist meteen de hele wijk het. En meestal dikte ze haar verhalen behoorlijk aan, vertelde alles met een trots in haar stem omdat zij dat toch maar even wist te vertellen.
Ach, normaal gesproken was het een best mens maar nu kon ze haar er even niet bij hebben. Ook al had de buurvrouw nog niets gezegd, ze had haar al wel grondig en hoofdschuddend bekeken en aan haar ogen was te zien dat ze haar oordeel al weer klaar had.

‘Meisje, meisje, hoe dom kan je zijn...?!’ hoorde ze haar denken, en eigenlijk had ze gelijk. Ze was ook dom geweest en ze had het zo makkelijk kunnen voorkomen. Een grote stommiteit, een spannend spel, overgehaald door Joris, haar vriendje sinds een maand of drie.
‘Moet je gewoon proberen’ zei Joris. ’Echt veel lekkerder en vrijer.’ Nou, dat heeft ze geweten, nooit weer.
De zoemer boven de deur liet een krakend geluid horen, ten teken dat de volgende patiënt aan de beurt was. Wachten (zucht).

Eigenlijk was de gehele wachtkamer gevuld met fossielen met allerlei kwaaltjes en met haar zeventien lentes voelde zij zich piepjong. Die onderzoekende ogen van die oudjes vond zij wel het ergste. Wat zullen ze denken? Wat moet die jonge meid hier? Een ongelukje?
Dat was het zeker, een ongelukje. Stom was ze geweest, maarja achteraf...

Ze had een tijdschrift gepakt van de tafel, maar ze had de lust niet om hem te gaan lezen. Aan de klinisch wit geschilderde muur, tegenover haar, hing een rek met folders over abortus, de pil, veilig vrijen, en luchtwegaandoeningen. Als je nog geen ziekte had dan kon je hem hier zo uitzoeken, maar zij probeerde gewoon de ogen van de anderen te ontwijken.

Haar vader had nog zo gezegd: ’Doe wat je wil maar doe het veilig.’ Hij was goed kwaad op haar geweest, en terecht, dat had ze verdiend. Ze had het ding van hem gekregen toen ze zeventien werd en toch had ze hem niet gebruikt. Stom, stom, stom.
Ze was echter nog banger voor de reacties op school. Vorige maand nog een hele projectweek ‘Safety First’ daar aan gewijd en toch, toch moest zij eigenwijs zijn. Zonder is ook veel stoerder. Nooit weer!

Eindelijk, ze was aan de beurt. Ze pakte haar tasje, stond op, legde het ongeopende tijdschrift weer terug op de tafel en liep naar de deur. Ze voelde de ogen op haar gericht maar dat deerde haar op dit moment niets. Ze voelde zich enigszins zweverig en een beetje misselijk maar dat hoorde erbij. De dokter onderzocht haar grondig en probeerde grapjes tegen haar te maken. Ze was niet in de stemming voor grapjes en dus hield de dokter daar mee op. Stilzwijgend schreef hij een receptje en gaf die aan haar. ‘Haal dit maar even bij de apotheek,’ zei hij.

Zwijgend liep ze de onderzoekskamer uit naar de kapstok. Ze pakte haar jas en verliet de dokterspraktijk. Haar moeder zou haar afhalen als ze klaar was, maar dan moest ze wel even bellen. Eigenlijk wilde ze gewoon even alleen zijn, even nadenken over wat er gebeurd was en ook gewoon even helemaal nergens aan denken.

Moeder was ook kwaad geweest, maar was gelukkig een vrouw van weinig woorden. Het enige wat zij zei was: ‘Je hebt die helm niet voor niets gekregen en vanaf nu zie ik jou nooit meer zonder helm op je scooter. Het had ook erger kunnen aflopen dan alleen een hersenschudding.’