Winnaar kerstverhalenwedstrijd 2005

Vandaag is op de radio de winnaar bekend gemaakt van de Kerstverhalenwedstrijd 2005, georganiseerd door de NCRV, SP!TS en FOK!.

Het winnende verhaal is "De brievenbus", geschreven door Daniel Ferreira. De kritieken van de jury waren als volgt:

Het verhaal 'De brievenbus' van Daniel Ferreira is door de jury gekozen als het winnende kerstverhaal van 2005. Uit het juryrapport: "Een inhoudelijk origineel en stylistisch sterk verhaal. De korte saamhorigheid onder alle lagen van de bevolking wordt beeldend beschreven. Daarbij komt de wrangheid van het verhaal subtiel naar voren."

De brievenbus

Vroeger zag ik hem niet staan, of liever gezegd, alleen als ik een brief op de bus moest doen, maar sinds ik met pensioen ben kan ik er uren naar kijken. Naast het raam op de eerste etage staat mijn oude luie stoel, verbannen uit de huiskamer nadat mijn vrouw het tijd vond voor wat nieuws en vanuit die stoel houd ik de brievenbus in de gaten en speel spelletjes als: 'raadt de volgende' (vrouw met zwarte laarsjes) of 'raadt de inhoud' (verjaardagskaart). Bij die laatste weet ik natuurlijk zelden of ik gelijk heb, maar daar gaat het ook niet om. Soms zie je iets bijzonders. Iets wat je niet had willen missen. Zoals vlak voor de kerst.

Hoewel ik met de drukte bij de brievenbus rond kersttijd mijn lol niet op kan, zat ik dit keer niet in mijn luie stoel. Op vrijdag help ik mijn vrouw met schoonmaken en ik was net bezig met de stofdoek toen ik het rode busje van de TPG bij de brievenbus zag stoppen. Ik woon in een drukke straat en iedereen komt met hele ladingen kerstkaarten, zodat de brievenbus iedere dag tot aan de rand toe gevuld is. Een jonge postbode, de opvangtas in zijn handen, stapte uit het busje en wandelde naar de brievenbus. Hij hing de tas onder de brievenbus, opende de klep en een hele lading kaarten viel langs de tas op de grond, waar de wind ze meteen oppikte.

Ik zag de blik in de ogen van de postbode veranderen van verbazing in afschuw, terwijl hij de wegvliegende brieven nakeek. Hij was snel, dat moet ik hem nageven, want binnen een paar tellen had hij de opvangtas al in zijn busje liggen en rende hij, wild graaiend naar de opwaaiende brieven, door de straat. Een man aan de overkant, zijn handen in de zakken van zijn jas, keek het tafereel aan. Ik verwachtte dat hij door zou lopen, maar hij stapte resoluut op een langsdartelende kaart en begon ook kaarten op te rapen.

Hij was niet de enige. Een meisje met een mobieltje aan haar oor plukte, bijna onverschillig, met haar vrije hand kaarten van de grond, ondertussen nog diep in gesprek met wie ze dan ook aan de andere kant had. Een zakenvrouw in mantelpak sprong op haar hakken, een vastberaden blik in haar ogen, naar een kaart die gevangen zat in een wervelwind en hoger en hoger opsteeg. Twee jongetjes gingen lachend achter de kaarten aan die al kans hadden gezien een flinke afstand af te leggen en onderweg waren naar het einde van de straat. Binnen een paar minuten was de straat vol met mensen die achter de ronddwarrelende kaarten aan zaten. Auto's stonden met deuren open en draaiende motor midden op straat, terwijl hun eigenaars over de straat renden. Om de zoveel tijd liep iemand met twee handen vol kaarten naar het busje, waar de postbode dankbaar de gevangen post aannam en in een mum van tijd waren alle kaarten van de straat. Sommige mensen bleven nog even hangen, maar zonder gezamenlijk doel verdween ook het gevoel van saamhorigheid en vervolgde ieder zijn weg.

Achter mij kwam mijn vrouw de kamer in, 'zit je nou alweer naar die brievenbus te staren? Er gebeurt toch nooit iets bijzonders.'
'Bijna nooit,' zei ik glimlachend.