Het Binnenhofklasje doet examen


In de reeks van het Binnenhofklasje (Deel 1 en Deel 2) volgt hier een speciale examencolumn.

Op de gang van de Tweede Kamer hing een geur van opgesnoven kennis. Druppelsgewijs kwamen de leerlingen met gespannen gezichten de gang op gelopen. Het begrotingstekort had plaatsgemaakt voor een tekort aan slaap. De Tweede Kamerleden hadden zich namelijk meerdere dagen opgesloten in hun achterkamertjes. Niet met politieke redenen dit keer maar om zich in alle rust voor te kunnen bereiden op hun Binnenhofexamens.


Geert Wilders was een opvallend rustpunt tussen alle nerveuze leerlingen. Terwijl vrijwel iedereen in gedachten was en beweegloos naar de grond keek, keek Geert vol zelftrouwen en met opgeheven hoofd over de gebogen hoofdjes heen. Aardrijkskunde stond als eerste op zijn programma. Geert had het niet zo op dat vak. In een recalcitrante bui had Geert ooit eens in de richting van de aardrijkskundeleraar geroepen: "Pfff die twaalf provincies van Nederland zorgen voor zoveel stampwerk, het zou veel beter zijn als ik maar vier provinciehoofdsteden hoefde te leren." Geert moest ook al niks hebben van de kaart van Europa. "Nog liever een onvoldoende dan dat ik Turkije tot de Europese landen moet rekenen!", zei Geert nadat hij weer eens een onvoldoende kreeg voor zijn kennis over Europa. Ook de overzijde van de Atlantische Oceaan bezorgde Geert kopzorgen, aangezien hij voet bij stuk bleef houden dat de Nederlandse Antillen niet bij Nederland horen.

De deuren van de Tweede Kamer waren nog gesloten. Dit was de ruimte waar Geert straks zijn Aardrijkskunde examen moest gaan maken. Op de gang stonden echter niet alleen kandidaten voor het examen aardrijkskunde. In de Binnenhofgymzaal werd namelijk tegelijkertijd een examen gehouden. Het was de gymzaal waar Ruudje Lubbers zich vroeger als Binnenhofleerling vergaapte aan vrouwelijke achterwerken. Hedenmorgen was dit echter het domein van andere bolvormige figuren, sinussen, kubussen, asymptoten en andere wiskundige onderwerpen. Gerrit Zalm was vol goede moed. Zijn economie examen van gisteren ging feilloos. Hij had dan wel niet alles goed, maar hij wist dat ze het wel goed moesten rekenen. De slimme Zalm had namelijk iedere vraag afgesloten met de opmerking: "Het gegeven antwoord kan iets afwijken van het beoogde antwoord echter ik heb dit antwoord op deze wijze geformuleerd uit landsbelang. Zou ik namelijk het beoogde antwoord hebben opgeschreven dan is het niet ondenkbaar dat er onrust ontstaat." Dat wordt dus een 10 voor economie. Of Jan Marijnissen zijn economie examen van de dag hiervoor met een voldoende heeft afgesloten is nog maar de vraag. Uit protest tegen de euro heeft hij iedere rekenvraag in guldens beantwoord.

Vanmiddag stonden er nog eens twee examens op het programma. Het examen biologie, een vak waarin alleen Groen Links nog examen doet en het examen Engels. Boris Dittrich was hiervoor speciaal al vroeg op school verschenen. Hij hoopte dat hij alvast met Engels mocht beginnen. "Waarom zou jij eerder mogen beginnen dan de rest?", vroeg Frans Weiglas die toezicht moest houden op het reilen en zeilen van de examens. Borisje keek hem verongelijkt aan en stak van wal: "Meneer Weisglas het zit zo. Het examen Engels bevat de nodige meerkeuzevragen. Zoals u weet hebben wij binnen D66 een sterke band met onze leden en met de kiezer. Het is dus voor mij onmogelijk om zomaar iedere meerkeuzevraag te beantwoorden zonder daarvoor eerst de mening bij de D66-leden en het volk gepeild te hebben. U begrijpt dat het een tijdrovend werkje is die democratie, maar ik zie geen andere optie dan voor sommige heikele meerkeuzevragen een referendum uit te schrijven." Weisglas knikte begripvol. "Hoeveel tijd heb je dan extra nodig?", vroeg hij ter verduidelijking. "Meneer Weisglas het zit zo. Ik kan pas antwoorden als er een ruime meerderheid voor één van de mogelijke antwoorden bestaat, zolang dat niet het geval is zal er steeds een nieuw referendum worden uitgeschreven. Het zal dus een langdurig proces kunnen worden. Alles moet wijken voor de democratie." Dit ging Frans Weisglas toch iets te ver. Hij richtte zicht vermanend tot de kleine Boris en zei: "Dat kan ik niet toestaan. Vertrouw toch eens wat meer op jezelf jongen."