Doelloos op straat

Ik sta wel eens op straat, om goede doelen aan de man te brengen. Jazeker, ik ben diegene waar jullie allemaal met een boog omheen lopen. Maar soms, heel soms stoppen jullie, en dan doe ik mijn verhaal. Over mensen ver van jullie vandaan, die geen dak boven het hoofd hebben. Of kinderen, ook ver bij jullie vandaan, wiens ouders gestorven zijn aan aids. Jullie knikken dan heftig, en wachten allemaal op die vraag die onherroepelijk gaat komen:

Vind je dit een belangrijk doel?

En dan kijken mensen je aan. Bijna niemand durft uiteraard nee te zeggen, niemand wil namelijk gezien worden als egoïst, met name niet als je met een wereldverbeteraar in de stromende regen staat te kijken naar foto’s die hartverscheurend zielig zijn. Toch zijn er enkelen die mij af en toe verbazen met het antwoord dat zij geven.

Allereerst heb je daar de dierenliefhebbers. Deze mensen vinden dieren belangrijker dan mensen. Aangezien ik een goed fundraiser ben, waardeer ik het positief dat zij met hun omgeving bezig zijn, en vraag erbij waarom ze dieren belangrijker vinden. Meestal komt het erop neer dat dieren er niets aan kunnen doen. Met het vriendelijke antwoord dat deze mensen er over het algemeen ook niets aan kunnen doen, neem ik vriendelijk afscheid van ze. Dit noem ik de naïef-nostalgische categorie. Een categorie die te prijzen is omdat ze de aarde hoog in het vaandel heeft staan. Maar ook een categorie die maar niet begrijpt dat de mensheid de aarde zogezegd regeert, en als de mensheid het slecht heeft, ze de aarde drie keer zo snel vernietigt.

De tweede categorie komt meestal met volgeladen tassen vol nieuwe kleren tot stilstand. Deze mensen vinden het allemaal ontzettend zielig, maar geven aan dat ze al aan zoveel goede doelen geven. 'En ja, het houdt eens een keertje op, toch?' Je kunt niet net als Atlas de last van de wereld op je schouders dragen. Ik antwoord hen dat het toch echt naar draagkracht is, en niet naar het aantal goede doelen. Toch vinden ze dat zij hun ding wel hebben gedaan. Ik schaar deze mensen meestal onder de Katholieken groep, die hun aflaat gekocht heeft. Uitzonderingen daargelaten overigens, sommigen geloof je op hun woord.

De derde groep is sterk groeiende. Die vindt dat we eerst Nederland uit het slop moeten helpen, want ‘weet je wel wat deze regering allemaal met ons doet’? Vaak wijs ik erop, dat we het hier nog niet zo slecht hebben, maar bovenal wijs ik ze erop, dat veel van de ellende die ik laat zien, in een ver verleden door ons en nu nog steeds door onze eigen economische barrières wordt gecreëerd. Dit is het type ver-van-mijn-bed-show. Een verbazingwekkend type, dat geniet van de mondialisering, ’s avonds met een bakje chips GTST kijkt, en nog nooit een daklozenkrant heeft gekocht om de armen in Nederland te helpen. Geloof me, je leest het in de ogen.

En dan is daar die zeldzame groep, de groep die het belangrijk vindt en wil helpen. Soms met een kleine aarzeling, maar ze zeggen uiteindelijk ja. Ze vinden het doel waar ik voor sta goed, bijzonder effectief en geloven dat het kans van slagen heeft. Deze groep is divers, en komt altijd onverwachts. Ik denk dat het mensen zijn die in-een-goede-bui-zijn. Want met al die reclame om je heen verbaast het mij af en toe dat mijn verhaal mensen overhaalt om te helpen aan iets waar ze vijf minuten geleden mee hebben kennisgemaakt (het is een relatief nieuw goed doel). Deze mensen geven met plezier hun gegevens op en lopen met het carbonvelletje en een folder vrolijk verder. Nog een glimlach erbij, alsof we samen deel uitmaken van een geheimpje. En ik ben ook blij. Blij dat ik mensen op een eerlijke manier heb kunnen overtuigen van dat wat ik belangrijk vind.

Helaas komt uit de laatste groep een verschrikkelijk soort tuig voort. Mensen die het zien als een lolletje, die denken dat ze ons fundraisers te pakken hebben. Het komt namelijk wel eens voor dat je, nadat je alles hebt ingevuld (inclusief het telefoonnummer), het bankrekeningnummer niet kan opschrijven omdat ze dat niet bij zich hebben. Dan spreek je af dat je terugbelt. ‘Natuurlijk,’ zeggen ze dan. ‘Vanavond om zes uur.’ Meestal is het nummer niet bestaand. Maar erger is wanneer de telefoon wordt opgenomen door iemand die nergens van afweet. Het verschrikkelijkste is als je de juiste persoon aan de lijn krijgt, maar diegene glashard ontkent dat hij of zij met je gesproken heeft.

Dit zijn niet de types die geen ‘nee’ kunnen zeggen. Dit zijn geen types die zich achteraf toch bedacht hebben. Dit zijn de types die ik met plezier naar de wereld help, waar ik ze vandaag een foto van heb laten zien.