Black Buccaneer

Af en toe slaan bepaalde hypes en trends ook over op de games-industrie. Was dit vroeger beperkt tot een filmgame of de zoveelste Pokémon game, tegenwoordig zie je steeds vrager dat iets dat “hip” is, plotseling bijzonder vaak het onderwerp is van een game. Is Lord of the Rings een kaskraker, dan krijg je naast de “officiële” games ook een hoop goedkope rip-offs die proberen een graantje mee te pikken van andermans succes.

Zo ook Black Buccaneer. Na leuke piratengames als “Sid Meiers Pirates!”, en het succes van Pirates of the Caribbean, dacht men bij 10tacle studios dat Widescreen Games maar aan de slag moest met een piratengame. Dat deze game ruim anderhalf jaar na aankondiging pas zou verschijnen, en de piratenrage afgezien van een kleine opleving in de vorm van “Pirates of the Caribbean: Dead Man’s Chest” zo goed als voorbij zou zijn, deed er eigenlijk niet meer toe.

In Black Buccaneer neem je de rol van Francis Blade op je, een piraat uit, hoe kan het ook anders, Port Royale. Tijdens je zoektocht naar goud en schatten strandt je schip, en kom je op het mysterieuze eiland La Borgne, waar de gelijknamige ex-slavin vroeger geld opsloeg van haar wrede plundertochten. Ooit stuurde de Spaanse koning Roberto de la Cruz op haar af, maar het is nooit bekend wie van de twee, de ex-slavin of de Spaanse executeur, het onderspit gedolven heeft.
Francis Blade is een soort Prince of Persia, maar dan met een pistool en kromzwaard, en een stoere rode piratenband om zijn hoofd. Wat een held… zucht….
Net als eerdergenoemde exotische prins kan deze doorsnee piraat springen, op dunne uit muren stekende houtjes balanceren, van platform naar platform springen en zelfs aan overmaatse klimop omhoog klimmen. Ook kan hij zijn spierkracht gebruiken om dozen te verschuiven, en zo de vele op elkaar lijkende schuifpuzzels op te lossen. Gelukkig is dit spel in één opzicht uniek! Joechei ende hulde! Het spel is namelijk niet linear, aangezien je niet al je krachten hebt in het begin. Zo zul je een aantal uren moeten rondlopen voordat je de speciale en verborgen kennis vindt van het uit de weg ruimen van grote doornstruiken (door ze in de fik te steken, maar dat is misschien niet logisch in 1650), waardoor je nieuwe niet eerder ontdekte gebieden kan ontdekken.



De hele map bestaat uit 18 gebieden, die duidelijk afgebakend zijn door middel van tunnels. Ga je zo’n tunnel in, dan volgt er kort een laadscherm en kom je in het aangelegen gebied. Handig voor het overzicht, maar het laat wel zien hoe klein het spel eigenlijk is, ook al is elk gebied bijzonder goed voorzien van vele platformen, verschillende hoogtes, en meerdere uitgangen en speciale items. Zo kun je verschillende kruiden verzamelen (negen in totaal) om te offeren aan een bepaalde voodoo-god, die je vervolgens sterker maakt in een eigenschap naar keuze (zwaarden, pistool, health en meer). De gebieden zelf zijn redelijk afwisselend, zo is er wat jungle, een grot die spookt, en kom je in een soort inferno-omgeving als je een speciale poort doorgaat waarin je upgrades kan vinden.

Onze neppe Perzische Prins vindt op het eiland La Borgne, waar hij dus is gestrand, een bijzonder amulet waardoor hij kan transformeren in de Black Buccaneer, een soort Kiss-fan met hoge hoed, die een overmaats zwaard hanteert met zijn overmaats gespierde armen. Helaas doet deze hele verschijning een beetje lachwekkend aan (zie screenshot hieronder), dus het effect van coole voodoo-god waar onze Francis Blade in kan veranderen wordt een beetje teniet gedaan.
Ook de speciale voodoo-krachten die Francis aka Black Buccaneer leert zijn niet echt geweldig. Zo kan je zombies summonen bij bepaalde zombie-putten, die je een beetje helpen de vele piraten, bavianen en gorilla’s af te maken die je voortdurend en in grote getale het leven zuur maken. Ook leer je later in het spel vijanden over te nemen, zodat deze je helpen andere vijanden te doden. Hierbij loopt wel je health-balk leeg zonder dat je het door hebt, waardoor je dus ineens dood op de grond ligt. Gelukkig kan je zo goed als oneindig dood gaan, aangezien de Voodoo-God een bepaalde offerande van je vraagt als je sterft of wilt saven. Het aantal punten dat je moet offeren verschilt tussen de vijf en vijftig, en aangezien je een stuk of 35 punten per gedode vijand krijgt zul je hier nooit verlegen om zitten. Het einddoel van het spel, namelijk het eiland ontvluchten met de schat in je ladingruimte, moet dus voor iedereen te halen zijn.
Tussen het verzamelen van materieel voor je schip (een kompas, een stuur, planken en een zeil), en het vinden van de drie zegels die je de toegang tot de schat zullen verschaffen, kom je nog de dochter tegen van eerdergenoemde Roberto de la Cruz, die je moet helpen met het vinden van de tombe van haar vader. Een leuke afwisseling, maar aangezien deze Vanilla (wie bedacht die naam?!) voornamelijk een beetje stom rond loopt terwijl jij vijf piraten afslacht, leidt ze vooral tot ergernis.




Is er dan níets positiefs te melden? Gelukkig wel. De graphics zijn best redelijk, hoewel de textures er nogal slapjes uitzien, en we ondertussen veel mooiere gewassen en begroeiing hebben gezien. De bloom-effecten zijn ook kwistig gebruikt, waardoor het geheel een beetje een verwassen uiterlijk krijgt.
De muziek is echter verschrikkelijk, en deed me nog het meest denken aan één van de liedjes uit de originele Unreal Tournament. Best leuk in het begin, maar na tien uur ben je deze muziek toch echt zat.