Boek: Ilium - Dan Simmons
Afgezien van de hoofdpersonen is niets in Ilium klein. Dan Simmons doet niet aan klein. Zijn gedachtengang tijdens het schrijven gaat waarschijnlijk ongeveer zo: Duizend Grieken? Tienduizend Grieken? Welnee, een kwart miljoen Grieken! Robots? Intelligente computers? Welnee, de zelfbewuste biosfeer sluit een pact met een geëvolueerde vorm van Internet, die zich een persoonlijkheid heeft aangemeten uit een toneelstuk van Shakespeare! Eureka!! Schoolmeesters beweren dat het lezen van boeken goed is voor je fantasie, maar bij een boek als Ilium heb je zelf geen fantasie meer nodig.
Wat je wel nodig hebt is een behoorlijk concentratievermogen. Door de schaal van het plot en de vele literaire verwijzingen (Homerus, Proust en Shakespeare) is het verhaal af en toe vrij gecompliceerd. Daarbij heeft Simmons de gewoonte om je midden in zijn fantasierijke universum te smijten en te bekogelen met begrippen die niet worden uitgelegd. Woorden als ‘faxnode’ en ‘voynix’ worden op dezelfde manier gebruikt als ‘stoel’ en ‘boom’. Pas gaandeweg, door te lezen hoe mensen ermee omgaan, komt de lezer erachter wat die begrippen betekenen. Op zich ook boeiend, want in de passages waar het qua gevechten, achtervolgingen en enge beesten wat minder spannend is, ben je nog steeds druk bezig met uitvogelen hoe dit universum in elkaar steekt.