Boek: Als een god in Zuid-Holland

Het verleden is sterk vertegenwoordigd, met schrijvers van voor de oorlog, schrijvers die teruggrijpen op hun jeugd in diverse Zuid-Hollandse plaatsen, en schrijvers die zich beklagen dat dit alles verdwenen is en dat het vroeger beter, of in ieder geval boeiender was. Het eerste verhaal heet niet voor niets ‘Jeugdsentiment’. Louis Couperus vertelt hoe een Haagse dame erin slaagt haar gasten te vermaken ondanks de wereldoorlog, Annie Salomons heeft heimwee naar de goeie ouwe tijd toen Rotterdam nog regelmatig overstroomde, vanzelfsprekend mag Jan Wolkers’ Terug naar Oegstgeest niet ontbreken, en Willem Geldof schrijft over de eeuwenoude knokpartijen tussen de jongemannen uit Oostvoorne en Rockanje. (Ik kan trouwens melden, op basis van verschillende sportwedstrijden, dat de Voornse jeugd nog altijd weinig fijngevoelig is, maar dit terzijde.) De meer literaire stukken, zoals Maarten ‘t Hart die door half Leiden bezig is met in de war zijn, worden afgewisseld met nostalgische geschiedschrijving zoals lofzangen op de klepperman, de Rotterdamse zeeman, en de zakkendrager. Het is niet zo klef dat je het met handschoenen moet aanpakken, maar je moet er wel van houden.

Jules Deelder en Sjaak Bral zorgen tussendoor voor de nodige humor. Ja, ik weet het, Sjaak Bral kun je niet uitstaan, en je boycot Jules Deelder sinds hij reclame maakt voor BasicAir, maar maak toch maar een uitzondering, want het zijn gewoon leuke verhalen.