Boek: Als een god in Zuid-Holland
Nou, dit soort boekjes is ten eerste natuurlijk leuk voor mensen die een band hebben met een bepaald gebied of land, ware het niet dat Zuid-Holland een nogal ongemakkelijke eenheid is waar niemand echt veel chauvinistische gevoelens voor kan opbrengen. Mijn oma is een Rotterdamse en Paul van Vliet is een Hagenees, maar ik weet niemand te verzinnen die op de vraag waar hij vandaan komt zou antwoorden ‘Ik ben een Zuid-Hollander’. Als amusant kerstcadeautje gaat het dus een beetje de mist in. Verder is een deeltje over bijvoorbeeld Toscane leuk om mee te nemen op vakantie om je een beetje te verdiepen in de cultuur van je bestemming. Helaas gaan de meeste Nederlandse toeristen liever naar een Drentse bungalow dan naar Den Haag, en zijn de meeste verhalen (als ze al te vertalen zijn) moeilijk te begrijpen voor Japanners en de spreekwoordelijke kuilgravende Duitsers in Scheveningen. En tja, je kunt ook nog de deeltjes van alle Nederlandse provinciën gaan verzamelen, als je je stamboom al uitgeplozen hebt en om een even boeiende hobby verlegen zit.
Ondanks deze probleempjes met het concept is het geen mislukt of zomaar even in elkaar geflanst boek. De samensteller had de kortste weg kunnen nemen door simpelweg een lijstje te pakken van de populairste Zuid-Hollandse schrijvers en hun populairste verhaal te kiezen. En op de omslag staat inderdaad ‘de mooiste verhalen van…’, maar dat is nu juist wat men niet heeft gedaan. (Althans, het lijkt me best mogelijk om een mooier verhaal van Nescio te vinden dan een dagboekfragment over Zuid-Hollands openbaar vervoer en Zuid-Hollands weer.) In plaats van de greatest hits van de provincie af te draaien, bevat het verhalen die specifiek iets met Zuid-Holland te maken hebben, en die niet in bijvoorbeeld Overijssel hadden kunnen plaatsvinden. In zekere zin kun je ze lezen als reisverhalen.