Neutrale verpakking wordt verplicht voor vapes en sigaren

Sinds 2020 moeten sigaretten en shagtabak in een neutrale verpakking verkocht worden. Op voorstel van staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het kabinet besloten dat dit ook voor elektronische dampwaar (ook wel bekend als elektronische sigaretten of vapes) en sigaren gaat gelden. Het kabinet vindt het noodzakelijk om dit te doen omdat de aantrekkelijkheid van verpakkingen een rol speelt bij het beginnen met en voortzetten van roken en vapen door jongeren. Daarnaast maakt het kabinet zich zorgen over de populariteit van vapes en cigarillo’s (dunnere sigaren) onder jongeren.

De huidige verpakkingen van vapes en sigaren zijn vaak aantrekkelijk vormgegeven. Ze geven bijvoorbeeld de uitstraling van een luxeproduct. Terwijl het onaantrekkelijk zou moeten zijn om vapes en sigaren te kopen vanwege de schadelijkheid van het gebruik aan de eigen gezondheid en de volksgezondheid. Het invoeren van neutrale verpakkingen is een geschikte maatregel om de aantrekkelijkheid te verminderen omdat het de mogelijkheden voor marketing en aanprijzing vermindert. Bovendien zorgt een onaantrekkelijke verpakking ervoor dat ontmoedigende aanduidingen zoals de gezondheidswaarschuwing beter zichtbaar zijn. Dit vergroot het bewustzijn van de schadelijke risico’s van roken en draagt daarmee bij aan het ontmoedigen van het gebruik.

Impact op uitgezonderde speciaalzaken
Een aantrekkelijke verpakking speelt met name een rol in speciaalzaken die uitgezonderd zijn van het uitstalverbod, de zogenaamde uitgezonderde speciaalzaken. Daar kunnen vapes en sigaren in hun aantrekkelijke verpakking in het zicht van klanten worden opgesteld. Het invoeren van standaardeisen aan de verpakkingen van vapes en sigaren zal de aantrekkelijkheid van verpakkingen van deze producten en daarmee van de producten zelf verregaand beperken.

Naar een Rookvrije Generatie in 2040
Het verplichten van neutrale verpakkingen voor vapes en sigaren sluit aan bij eerder gemaakte afspraken uit het Nationaal Preventieakkoord. Samen met de betrokken partijen is daarbij de doelstelling afgesproken om in 2040 een rookvrije generatie te realiseren. Hierbij is gekeken welke maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat in 2040 geen jongere meer rookt en nog maximaal 5% van de volwassenen.