Meer ondersteuning voor Oekraïense vluchtelingen

Gemeenten krijgen 15 miljoen euro om Oekraïense vluchtelingen op een laagdrempelige manier lessen Nederlands aan te bieden. Nederlands spreken maakt het makkelijker om een baan te vinden, helpt in contacten met Nederlanders en zorgt dat Oekraïense kinderen het Nederlandse onderwijs kunnen volgen.

Dat schrijft minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer. Het doel is dat gemeenten een taalaanbod ontwikkelen dat Oekraïense ontheemden vrijwillig kunnen volgen. Dit helpt ze bijvoorbeeld om een baan op hun eigen niveau te vinden.

Van Gennip: "Een jaar geleden begon de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, waardoor miljoenen mensen hun land moesten ontvluchten. Ondanks deze moeilijke omstandigheden hebben velen van hen in Nederland hun leven opgepakt en werk gevonden. Dat is een buitengewone prestatie. Ook waardeer ik het zeer dat veel werkgevers hun deuren hebben geopend voor deze groep. We zien nu dat bij Oekraïners de behoefte groeit om Nederlands te leren en werk te vinden op hun eigen niveau. Daar gaan we bij helpen."

Snel aan het werk
Uit de nieuwste cijfers blijkt dat ruim 30.000 Oekraïense ontheemden in Nederland aan het werk waren op 1 november 2022. Dit komt neer op 46 procent van de 15- tot 65 jarige Oekraïners in Nederland. Dit aandeel groeit naar verwachting nog steeds. Wel gaat het vaak om tijdelijke contracten en past het werk lang niet altijd bij de vaardigheden en ervaringen van de werknemer.

Betrokkenheid
Afgelopen voorjaar zijn Oekraïners in loondienst vrijgesteld van de verplichte tewerkstellingsvergunning, waardoor ze snel aan het werk konden. Ook hoeven ze geen procedures voor verblijfsrecht en inburgering te doorlopen. Het enthousiasme, de betrokkenheid en het draagvlak bij veel Nederlanders om Oekraïense ontheemden in Nederland op te vangen lijkt veel effect te hebben gehad bij het snel vinden van een baan, bijvoorbeeld via informele netwerken. Werkgevers en gemeenten hebben creatief en proactief mogelijkheden gecreëerd. Minister van Gennip beschouwt het als een opdracht aan allen om dit elan vast te houden, ook ten aanzien van andere groepen nieuwkomers.

Lessen trekken
Oekraïners zijn sneller aan het werk gegaan dan we meestal zien bij andere groepen nieuwkomers met een vluchtelingenachtergrond. Zij hebben op een andere manier toegang gekregen tot Nederland en de voorzieningen verschillen ten opzichte van andere groepen. Deze groepen zijn dus niet één op één met elkaar te vergelijken, maar het kabinet wil graag lessen trekken om te bevorderen dat ook statushouders sneller aan het werk gaan. De participatie van Oekraïners op de langere termijn wordt gemonitord en vergeleken met andere nieuwkomers.