Vuelta: Etappe 2 - De lamme tegen de blinde in de sprint

De kop is eraf, de Vuelta is onderweg en we hebben meteen te maken met een van de vervelendste renners van het peloton in de rode leiderstrui. Rohan Dennis, een mateloos irritant Australiaantje schroeide met zijn ploeg iedereen de vernieling in, zoals iedereen ook wel verwacht had.

Voor zijn ploeg, BMC, was het ook een duidelijk doel, terwijl veel ploegen toch vooral van plan waren om de schade te beperken. Zeker nadat bleek dat het parcours niet eens zo eenvoudig was. Veel bochten, maar ook wat smalle straatjes, wat een aantal valpartijen tot gevolg had. Onder meer kindsoldaat Tolhoek ging vrij hard onderuit, hij nam ook nog eens Floris De Tier mee in zijn val. Voor de twee debutanten in een grote ronde geen al te best begin, mede daardoor ook een behoorlijk matige ploegentijdrit van Lotto Jumbo. Kruijswijk heeft meteen een aardige achterstand, hoewel het überhaupt maar de vraag is of hij in staat is om tijdens deze Vuelta een rol van betekenis te spelen.

Van alle klassementsrenners deed Froome uiteraard weer de beste zaak. Hij verloor met zijn ploeg maar een aantal seconden op BMC, terwijl BMC niet echt de grote topfavoriet in huis heeft. Ook Sunweb en Quick Step hebben dat niet, waardoor Froome zichzelf al meteen de morele winnaar kan noemen. Aru, Nibali en Contador staan allemaal al op een aardige achterstand, alleen de astmabroertjes en Chaves blijven nog in de buurt.

Na de ploegentijdrit in Nîmes krijgen we een tweede rit in Frankrijk, ditmaal een lange en vlakke rit. Waarschijnlijk een massasprint, hoewel de wind een belangrijke rol kan gaan spelen. Op papier een simpele rit, maar het kan in de praktijk een heel verraderlijke rit blijken te zijn. Voor de leider, Rohan Dennis, is het sowieso verraderlijk, aangezien een aantal jongens heel kort staan in het klassement, waardoor ze bij een eventuele ritwinst de leiderstrui zouden kunnen overnemen. Als Quick Step wat waaiertjes trekt en daarna gaat sprinten met Trentin zou dat kunnen gebeuren en daar hopen wij natuurlijk vurig op. Het w-woord mag genoemd worden.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De route
De eerste rit in lijn van deze Vuelta start op de plaats waar de ploegentijdrit eindigde, bij het museum in aanbouw, op een steenworp afstand van de arena. We zitten dus nog steeds in Nîmes, de stad waar we ondertussen al genoeg over weten. Alles is ook uitgebreid in beeld gebracht, met name de arena. Natuurlijk valt er nog veel meer te zeggen over zo'n historische stad als Nîmes, maar als je er na de ploegentijdrit nog geen genoeg van hebt kun je ook altijd zelf Google raadplegen.

Snel verder met de rit, de ellenlange vlakke rit door het Franse kustland. De kust bereiken we alleen nog niet meteen, in Nîmes zitten we nog enigszins in het binnenland. Vanuit deze stad gaat het in zuidwestelijke richting verder, door een landschap dat eigenlijk meteen open is. Over brede en rechte wegen rijden de renners de eerste 10 kilometer rond, daarna komen ze in een wat stedelijker gebied terecht met tussendoor ook een aantal bossen. Na 23 kilometer passeren we Lunel, een prima stadje met wat mooie gebouwtjes.

Na Lunel fietst men een kilometer of 10 door veelal open vlaktes, richting Mauguio, een voorstadje van Montpellier. Vanuit Mauguio gaat het verder richting Lattes, weer door een behoorlijk open gebied. Tussendoor wel wat bosjes, wat dorpjes en ook nog even het vliegveld van Montpellier, maar voornamelijk veel akkers en weilanden. Na Lattes is er een duik naar beneden, richting de Middellandse Zee. In de buurt van Villeneuve-lès-Maguelone bereiken we de eerste van talloze binnenzeeën die de komende tijd de revue gaan passeren.

Het terrein wordt uiteraard meer en meer open, vooral als men na een kilometer of 66 over de Avenue des Étangs komt te fietsen, een weg over een smalle landengte tussen de Middellandse Zee en een van de lagunes. Op een paar verdwaalde bomen na is hier helemaal geen beschutting, dus wij bidden voor wat wind. Deze weg volgen we tot het stadje Sète, dat na 81 kilometer wordt aangedaan.

We rijden vandaag door Séte (Foto: Panoramio)
We rijden vandaag door Séte (Foto: Panoramio)

Na Sète fietst het peloton langs een andere lagune verder. Hetzelfde script als de afgelopen kilometers, een etang aan de rechterkant en de zee aan de linkerkant, met heel weinig land om de renners heen. Het gaat 16 kilometer bijna volledig rechtdoor door deze open vlakte, tot Marseillan Plage. In dit toeristische kustplaatsje is de bevoorrading, voordat er verder gefietst gaat worden door wat meer beschut gebied.

De renners rijden over een brede en vlakke weg onder Agde door, maar net boven Cap d'Agde. Plaatsen die we vooral kennen van de Tour de France, in Cap d'Agde kwam bijvoorbeeld in 2012 nog eens een rit aan. Er wordt koers gezet richting het uiterst fraaie Béziers, maar vlak voor we die plaats bereiken slaan de renners linksaf en gaan ze weer terug op weg naar de kust.

Richting Béziers was de weg beschut, maar eenmaal weg van die stad krijgen we weer heerlijke open vlaktes. Vooral als na 127 kilometer Sérignan wordt gepasseerd, want na dit stadje gaat het een aantal kilometer volledig rechtdoor terwijl er links en rechts zover het oog reikt alleen maar gras is te zien. Met wind absoluut genot, zonder wind absoluut saai want over deze rechte en brede wegen kan je verder bijzonder weinig melden. Af en toe wat vluchtheuvels en rotondes onderweg, het is wat.

Ook komen er nog wat dorpjes vervelend doen tussendoor, zoals Vendres. Daarna gaat het wel weer een aantal kilometer verder richting Lespignan, door een gebied waar de wind opnieuw vrij spel heeft. Lespignan passeren we na 136 kilometer, op minder dan 70 kilometer van het eind.

Ook de natuur is hier niet al te interessant (Foto: Panoramio)
Ook de natuur is hier niet al te interessant (Foto: Panoramio)

Buiten Lespignan wordt er even in noordelijke richting gereden, over een weg die zowaar een beetje omhoog loopt. Hoogteverschil tijdens deze rit, niet te geloven. In de buurt van Nissan-lez-Enserune is er dan weer een bocht naar links, waarna het peloton over een bochtige weg komt te rijden. Dit is ook een wat smallere weg, met meer bomen langs de kant. Een weinig verheffende tocht door het Franse platteland, van het ene nietszeggende dorp naar het volgende. Salles-d'Aude, Coursan, het zegt mij allemaal vrij weinig.

In Coursan, waar de koers na 153 kilometer passeert, zijn we wel al behoorlijk dicht bij Narbonne en daarmee ook de finishplaats van deze rit, maar we maken nog een extra lusje, want deze rit wordt natuurlijk pas leuk als hij langer dan 200 kilometer is. Na Coursan wordt het terrein wel weer geinig. Alleen maar akkertjes links en rechts, verder niets. Redelijk smalle weg, die wel vooral rechtdoor gaat. Paar dorpjes onderweg, maar tussen die dorpjes door kan de wind steeds z'n ding doen, tot men na 169 kilometer door Mirepeisset rijdt. In dit plaatsje bereiken we het noordelijkste punt van de lus en wordt er koers gezet terug richting Narbonne.

Over een bredere weg met iets meer beschutting wordt er gereden naar Saint-Marcel-sur-Aude, waar na 175 kilometer de tussensprint van de dag is. Het is nog een kilometer of 28 tot de finish nu, het einde komt in zicht. Van Saint-Marcel-sur-Aude is het ongeveer 13 kilometer fietsen tot Narbonne en in die 13 kilometer rijdt het peloton steeds over dezelfde, brede weg. Af en toe weer wat open vlaktes, terwijl er verder weer niets te melden is. Een verdwaalde rotonde, maar meer kom je op dit Franse platteland niet tegen.

Na 188 kilometer volgt dan de passage in Narbonne, een stad die ook vooral bekend is vanwege de Tour de France. In 2008 kwam deze stad met 50.000 inwoners voor het laatst voor in de Tour, toen zou er gesprint worden in deze stad, met Mark Cavendish als winnaar. Narbonne is naar het schijnt de eerste Romeinse nederzetting buiten Italië geweest, dat is wel een feitje om als stad zo trots als een hond met zeven lullen op te zijn.

Narbonne is het bekijken zeker waard (Foto: WikiCommons)
Narbonne is het bekijken zeker waard (Foto: WikiCommons)

Vanuit Narbonne is het nog 15 kilometer tot de finish. Redelijk simpele kilometers, op het stuk in Narbonne zelf na. In de stad is het draaien en keren, maar buiten de stad gaat het toch vooral rechtdoor richting de kust. In de slotkilometers komen de renners brede wegen tegen, met redelijk veel bomen langs de kant van de weg. Ook nog een aantal open stukken, maar eventueel waaiergenot ligt eerder in de rit toch meer voor de hand.

Op drie kilometer van de streep is er nog een kort knikje naar boven, verder kan je over deze kilometers helemaal niets melden. Op iets meer dan twee kilometer van de finish is er een rotonde, waar de renners naar rechts moeten. Best een brede en lange rotonde, eigenlijk zo ongeveer het enige obstakel van deze finale tot de slotkilometer. Na de rotonde gaat het namelijk een kilometer zo goed als rechtdoor, met alleen een flauwe bocht naar rechts tussendoor.

In de slotkilometer heeft de organisatie dan wel weer wat moeilijkheden gestopt, anders is het feest niet compleet. Na de vod verlaten de renners de brede weg rond Gruissan en gaan ze naar het centrum van dit plaatsje. Van een brede tweebaansweg nemen ze een afslag, die een stuk smaller is. Aan het eind van de afslag is er een stevige bocht naar rechts, waarna de weg weer breder wordt.

Het gaat een aantal meter enigszins rechtdoor, hoewel er nog wel wat flauwe bochtjes naar links en rechts zijn, tot er op 500 meter van de streep nog een rotonde op de renners wacht. Deze wordt aan de rechterkant genomen. Vervolgens gaat het niet volledig rechtdoor tot de finish, er is op een paar meter van het eind nog een flauwe bocht naar rechts, voor het in de laatste 200 meter pas echt recht wordt.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
De finish is in Gruissan, een dorp met amper 5000 inwoners in de Aude. Het is een plaatsje zonder een grote wielergeschiedenis, hoewel de Ronde van de Middellandse Zee hier in 2013 nog wel passeerde. De eerste rit van die ronde zou hier eindigen en gewonnen worden door Andre Greipel, toch een aardige naam voor op de erelijst. De Tour schijnt hier ook wel eens geweest te zijn, maar dan toch niet als vertrek- of aankomstplaats. Een andere Tour de France komt hier wel vaak langs, de Tour de France à la Viole, een belangrijke Franse zeilwedstrijd.

Gruissan is vooral een toeristisch oord, in de zomermaanden schijnen er meer dan 80.000 mensen hier rond te banjeren, vooral op het strand iets verderop. Gruissan-Plage beschikt over mooie zandstranden, maar het meest opvallende zijn toch wel de meer dan 1000 chalets op palen. Dat geeft je toch het gevoel alsof je ergens in Bangladesh bent beland, maar dan zonder de wateroverlast. Verder is de vorm van Gruissan wel opvallend, het zou een halve maan moeten voorstellen.

Het opvallendste gebouw van het dorp is zonder twijfel de Tour Barbarossa. Een oude toren, tegenwoordig niet veel meer dan een ruïne, vernoemd naar de beruchte Turkse piraat Barbarossa. Die kwajongen zou volgens de legende een deel van zijn leven hebben doorgebracht in Gruissan. Lijkt me een broodje aap, want Barbarossa is volgens de overlevering in een aantal plaatsen geweest die toch een stuk interessanter zijn dan het nietige Gruissan.

Het is pas iets van de laatste jaren dat Gruissan weer toeristisch begint te worden. Ze hebben wat casino's en pretparken in het dorp gepleurd, paar chaletjes erbij, resortje her en der en voila, het loopt weer als een tierelier. Daarom hebben ze dus ook wat geld om de Vuelta binnen te hengelen, is toch heerlijk man.

Gruissan, de finishplaats van vandaag (Foto: Panoramio)
Gruissan, de finishplaats van vandaag (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
Zomer in Frankrijk, altijd stervenswarm. Weer richting de 30 graden in Nîmes, met geen enkele kans op neerslag maar wel kans op wind. Eerste deel van de rit lijkt het vooralsnog vooral in de rug te zijn, in het tweede deel van de rit zou het dan weer wat schuiner in de rug gaan staan, maar deze informatie is volkomen nutteloos aangezien het tegen de tijd dat de renners passeren toch anders gaat zijn. In ieder geval wordt windkracht 5 verwacht, dat is vrij krachtig.

Opwaaiend stof hinderlijk voor de ogen, gekuifde golven op meren en kanalen en vuilcontainers waaien om, volgens de KNWI, dan weet je het dus wel. In Gruissan is het overigens als het goed is net een tikkeltje minder warm, omdat het aan de kust ligt, maar alsnog te heet. Daar nog meer wind dan in Nîmes, dat is ook wel lekker. Terreintje is open genoeg, dus als het ergens een beetje schuin in de rug staat kunnen we lachen.

Het eventuele lachen begint om 12:43, want dan vertrekken de rennertjes pas. Aangezien deze rit echt onnodig lang is kun je dus ook al meteen uitrekenen dat het een late finish gaat worden. Tussen 17:26 en 17:55 verwachten we de rennertjes in Gruissan. De uitzending begint bij Sporza om 15:00, dan hebben de coureurs al een kilometer of 100 afgewerkt. We vallen er dan waarschijnlijk net in als ze direct langs de zee aan het rijden zijn, wat op zich geen slecht moment is om in te schakelen, mits de wind op de afspraak is.

Eurosport is er waarschijnlijk wat eerder bij, als je van zelfkastijding houdt kan je dus ook gerust naar de HOME OF CYCLING koekeloeren. Je hebt trouwens ook nog die ene waardeloze koers in Duitsland tijdens deze rit, echt een feestelijke dag gaat het worden.

Nog een blik op Gruissan (Foto: Panoramio)
Nog een blik op Gruissan (Foto: Panoramio)

Voorspelling & favorieten
Wind of geen wind, dit wordt natuurlijk een sprint. Of een sprint met het hele peloton, of een sprint met een uitgedund groepje. Zoals de laatste jaren vaker het geval is hebben we nu ook weer bijzonder weinig sterke sprinters aan het vertrek staan. Het is net niet zo treurig als vorig jaar, maar alsnog behoorlijk treurig. De bekendste sprinter aan het vertrek is John Degenkolb en die kan er sinds zijn aanrijding van vorig jaar bijna niets meer van. In de Tour een paar ereplaatsen, maar veel stelde het niet voor.

Daarna kom je uit bij Sacha Modolo, wat natuurlijk ook een parodie op een fatsoenlijke sprinter is. Kom je vervolgens uit bij Cort, die vorig jaar twee ritten wist te winnen in de Vuelta. Die vorm wist hij daarna niet echt door te trekken, dit jaar won hij alleen in de Ronde van Valencia een ritje.

Wat heb je verder nog? Helemaal niks, eigenlijk. Lobato, de topaankoop van Lotto Djumbo die moeite heeft om überhaupt een koers uit te rijden. Jens Debusschere, de zoveelste middelmatige Belg die prima zou passen in een rijtje met Gianni Meersman, Jens Keukeleire en Jonas Van Genechten. Van Genechten is er nu ook weer bij trouwens, echt geweldig. Adam Blythe ook, dat wordt de sprinter voor Aqua Blue, de ploeg die we drie weken lang niet gaan zien.

Bij Dimension Data mag Reguigui gaan sprinten, dan heb je al vrij snel in de gaten dat ook zij het niet echt serieus nemen. De mannetjes van Manzana Postobon hebben Molano, die kan misschien nog wel eens leuk uit de hoek komen, hoewel hij met een beetje wind regelrecht terug naar de Colombiaanse jungle waait. Blijven jongens als Theuns, Schwarzmann, Manzin en Trentin over, ook niet echt van het hoogste kaliber. Misschien moeten we daarom zelfs rekening gaan houden met Ivan Garcia Cortina, een van de weinige Spaanse talenten van het moment. Drama dus.

1. Degenkolb. Ondanks zijn mindere prestaties van de afgelopen tijd is hij het aan zijn stand verplicht om alle aanwezige prutsers hier naar huis te fietsen. Dat doet hij ongetwijfeld niet, maar het zou wel moeten.

2. Cort. Kan er eigenlijk geen reet van, dat bleek tijdens de Binck Bank Tour ook wel weer. Paar verre ereplaatsen, maar verder komt hij niet in het stuk voor. Gelukkig zijn er voor hem tijdens de Vuelta minder concurrenten, dus kan hij weer een paar ritten gaan pakken. Zo fiets je ook een aardig palmares bij elkaar.

3. Debusschere. Deze gast is pas slecht. Ook nog geen platte prijs gereden dit jaar, het ideale scenario om te schitteren tijdens de Vuelta. Als een duveltje uit een doosje, achttienkaraats.

4. Modolo. Laatst nog een ritje in Polen gewonnen, zowaar. Dat wil dus zeggen dat hij de rest van het jaar niets meer wint, hoewel hij hier tegen de lamme en de blinde nog best een eind zou moeten komen.

5. Blythe. Het gaat waaien en dan komt Adam Blythe altijd bovendrijven. Niemand die zo goed op het kantje kan rijden als Blythe. Helaas is dat dan ook meteen zijn enige specialiteit, verder mag hij de naam wielrenner niet eens dragen.