Meldcode kindermishandeling wordt verder aangescherpt

De bestaande afspraken rondom het melden van (een vermoeden van) kindermishandeling worden aangescherpt. Dat heeft staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn bekend gemaakt. Hij volgt hiermee een advies van voormalig jeugdzorgbestuurder Jan-Dirk Sprokkereef.

Onder leiding van Van Rijn werd in 2013 Veilig Thuis opgericht: een landelijk meldpunt voor kindermishandeling dat het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) verving. Die oprichting viel samen met de decentralisering van de jeugdzorg, en zou ervoor moeten zorgen dat er sneller actie kan worden ondernomen. Veilig Thuis registreert of er bij een kind eerder sprake is geweest van mishandeling of huiselijk geweld, en geeft adviezen over de hulpverlening.

Er geldt een verplichte meldcode voor beroepsgroepen zoals docenten, artsen en jongerenwerkers, waarmee in een vijfstappenplan staat wat de professional moet doen als er een vermoeden is van mishandeling. Uit de meldcode kan volgen dat Veilig Thuis moet worden ingeschakeld. De staatssecretaris wil nu dat dat vaker gebeurt, omdat de stichting kan meedenken over de beste vorm van hulpverlening en kan inzien of iemand eerder slachtoffer is geweest. Het is de bedoeling dat de beroepskrachten zelf afspraken gaan maken over wat ze gaan melden.

De organisatie Veilig Thuis is niet onomstreden. Zo conflicteert de meldcode voor huisartsen met hun geheimhoudingsplicht, maar ook de diverse afdelingen van Veilig Thuis functioneren verre van optimaal. Bij diverse regio's is er sprake van grote wachtlijsten. Wat hiermee gebeurt als er meer meldingen komen meldt de staatssecretaris niet.

Van Rijn alert op nieuwe pgb-problemen (Foto: ANP)
Van Rijn: de aanpak werkt goed maar kan altijd beter (Foto: ANP)