Geen cel maar boete voor paardenvleesfraudeur

De 63-jarige vleeshandelaar Jan F. is in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een boete van vijftigduizend euro voor fraude. Het hof in Den Bosch acht de eigenaar van vleeshandel Draap uit Cyprus schuldig aan het verkopen van paardenvlees als halal geslacht rundvlees.

F. werd in januari 2012 door de rechtbank in Breda nog veroordeeld tot een celstraf van een jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk. In hoger beroep eiste het OM een celstraf van anderhalf jaar, waarvan een halfjaar voorwaardelijk.

Jan F. kocht zo'n twee jaar lang paardenvlees in uit Brazilië en Mexico. Dat vlees werd vervolgens op papier verkocht aan een halal rundvleesslachterij. In werkelijkheid leverde hij echter niet aan die slachterij, maar kreeg zo zogeheten halaltraceerbaarheidsformulieren in handen. Vervolgens verkocht de handelaar het vlees aan Franse afnemers als halal geslacht vlees.

Door zijn handelen heeft F. meegewerkt aan mogelijke misleiding van consumenten, zo oordeelde het hof. Ook heeft hij het hiermee moeilijker gemaakt om de herkomst van vlees te traceren. Dat zou risico's met zich meebrengen bij bijvoorbeeld het zoeken naar een bron van ziekteverspreiders.

De rechtbank in Breda en het OM gingen ervan uit dat de ondernemer flinke wist had gemaakt met zijn fraude. Het hof acht dat echter niet bewezen. Ook is niet gebleken dat de voedselveiligheid in het geding is geweest.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met het feit dat F. heeft bekend. Een boete van vijftigduizend euro werd passend geacht en om te voorkomen dat de verdachte nogmaals de fout in zou gaan, werd gekozen voor de voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van twee jaar.

In januari werd F.'s bedrijf Draap, overigens een omkering van het woord paard, voor het eerst genoemd in de paardenvleesrel. Jan F. kocht zestig ton paardenvlees op bij het Roemeense slachthuis waarvan paardenvlees als rundvlees opdook in diepvriesmaaltijden schreven Britse media destijds. F. verdedigde zich door te zeggen dat zijn vlees altijd juist gelabeld was.