Agenten nog vaak brokkenpiloten

Ondanks extra rijtrainingen voor politiepersoneel is het aantal aanrijdingen waar agenten bij zijn betrokken de laatste jaren nauwelijks gedaald. Uit een inventarisatie die politiekorpsen op verzoek van het AD maakten blijkt volgens de krant dat agenten vorig jaar bij 9538 aanrijdingen waren betrokken, ongeveer honderd minder dan een jaar eerder.

In 2010 kwam het tot 9630 aanrijdingen en een jaar daarvoor tot 9256. Bij ongevallen in 2010 en vorig jaar vielen elf zwaargewonden en 73 gewonden. Een burger en twee agenten kwamen om.

Om het aantal ongevallen terug te dringen moeten alle agenten sinds vorig jaar rijtrainingen volgen. De daling van het aantal ongelukken is nog niet zo groot als de politietop nastreeft, zegt een politiewoordvoerder in de krant. "Het kost ook tijd. Het gewenste resultaat is er nog niet, maar we gaan het absoluut merken." Om het aantal ongevallen verder terug te dringen worden politiewagens onder meer uitgerust met parkeersensoren.

Bij het grootste deel van de aanrijdingen is alleen lichte materiële schade. In achttienhonderd gevallen lag de schuld niet bij de agent. Dat agenten relatief vaak bij ongelukken betrokken zijn, komt volgens de politie doordat ze erg veel op de weg zijn. Ook lopen ze meer risico op een ongeval doordat ze soms verdachten moeten achtervolgen.

Politievakbond ACP en het Nederlands Instituut voor Verkeersveiligheid, dat de rijtrainingen verzorgt, zeggen in de krant dat er te weinig aandacht is voor de trainingen. Er zou te weinig tijd voor zijn. Dat geldt volgens de politiebond ook voor de schiettrainingen.