OM teruggefloten bij afluisteren advocaat

Opsporingsambtenaren en officieren van justitie mogen geen kennis nemen van afgeluisterde gesprekken met advocaten als die inhoudelijk zijn betrokken bij het strafrechtelijk onderzoek waar dit gesprek betrekking op heeft. Dat heeft de rechtbank in Den Haag vandaag bepaald in een bodemprocedure. Het OM handelt in dergelijke gevallen onrechtmatig en moet binnen drie maanden maatregelen treffen om herhaling te voorkomen.

De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) had de staat voor de rechter gedaagd om uit vinden of het afluisteren van deze 'geheimhoudersgesprekken' tussen een (verdachte) burger en een advocaat door bij het onderzoek betrokken politiemensen en officieren van justitie rechtmatig is. De rechtbank vindt van niet.

De NVSA stapte met een aantal anderen naar de rechter nadat in een aantal strafzaken was gebleken dat opnamen van gesprekken met advocaten niet waren vernietigd. Zo bleek vorig jaar dat justitie en politie erg slordig waren omgesprongen met afgeluisterde gesprekken tussen leden van de Hells Angels en hun advocaten. Geheimhoudersgesprekken werden ten onrechte niet vernietigd, en bij andere gebeurde dit te laat of is geen verslag opgemaakt van de vernietiging.

Mededelingen van of aan een advocaat vallen onder het verschoningsrecht en moeten zo snel mogelijk door justitie worden vernietigd. Omdat de officier van justitie op grond van een inhoudelijke toets moet besluiten of de gespreksopname moet worden vernietigd, moeten die gesprekken wel eerst worden afgeluisterd en, in ieder geval voor een deel, worden uitgewerkt.

Uit de instructies van het top van het OM blijkt dat tapgesprekken in de praktijk worden afgeluisterd en uitgewerkt door politieambtenaren die betrokken zijn bij het onderzoek, meldt de rechtbank. De behandelende officier van justitie besluit vervolgens tot vernietiging van de gesprekken, maar dat is volgens de rechtbank in strijd met het verschoningsrecht. Binnen drie maanden moet deze praktijk zijn uitgebannen.