Bang voor vrijdag de dertiende?
Het is vandaag vrijdag de dertiende. Als je het nog niet wist, dan weet je het nu. Misschien is het nog niet te laat om weer gewoon in je bed te gaan liggen en er niet meer uit te komen. Toch is dat geen garantie om geen ongeluk te krijgen, want de Amerikaan Daz Baxter flikkerde met bed en al op vrijdag de dertiende zes etages naar beneden toen de vloer van zijn appartement instortte.
Veel mensen zijn bang voor het getal dertien en al helemaal voor vrijdag de dertiende. Dan heb je de zogenaamde paraskevidekatriafobie. Arnold Schönberg had die fobie en ja hoor, hij stierf op vrijdag de dertiende.
Ik heb persoonlijk nog nooit een ongeluk of pech gehad op vrijdag de dertiende. Zelfs niet toen ik een keer terugvloog vanuit Kreta naar Nederland op vrijdag de dertiende. Er was zelfs geen turbulentie tijdens de vlucht. Er vinden in het verkeer juist minder ongelukken plaats op vrijdag de dertiende. Waarschijnlijk omdat er meer mensen thuis blijven, want de vrijdag is normaal gesproken de dag dat juist de meeste ongelukken plaatsvinden.
Vrijdag de dertiende is dus eigenlijk helemaal niet een dag om bang van te zijn. Toch hebben hotels vaak geen dertiende verdieping, vliegtuigen geen rij dertien, wielrenners spelden regelmatig het nummer dertien ondersteboven op hun shirt en ziekenhuizen hebben veelal geen dertiende operatiekamer.
Het is dus blijkbaar een probleem. Het getal dertien op zich is dat al en dat was het al in de tijd van de Babyloniërs, want die hadden geen dertiende wet in hun wettelijk geschrift. Het sprookje dat de angst voor het getal komt vanwege het laatste Avondmaal van Jezus met zijn discipelen omdat er dertien mensen aanwezig waren en Jezus door Judas werd verraden dat klopt dus niet. De Babyloniërs hadden die angst namelijk al ver voor de geboorte van Gods zoon. De kruisiging kan wel met de vrijdag te maken hebben, want het schijnt dat het een vrijdag was, waarop dat gebeurde. Maar dan zouden alle vrijdagen ongeluksdagen zijn en vrijdag de dertiende alleen maar een extra ongeluksdag.
Een andere verklaring is dat het getal twaalf eigenlijk het volmaakte getal zou zijn. Er zijn twaalf maanden in een jaar, twaalf uren in een klok en er zijn twaalf sterrenbeelden. Maar heel wat mensen zijn gelukkig met een dertiende maand en er zijn veel meer sterrenbeelden dan twaalf, maar die tellen niet mee in de astrologie omdat ze niet op de zonneboog te zien zijn. En hoe zit het dan met de getallen na dertien als twaalf al het volmaakte getal is?
Als je er vanuit gaat dat het getal dertien al in de oudheid als ongeluksgetal gezien werd, dan is alles wat in Wikipedia staat over dat getal en vrijdag de dertiende onzin. Wat is het dan wel dat mensen bang maakt voor die datum en dat getal? Als je de verklaringen leest dan is het een mengelmoesje van allerlei bijgeloof. Volgens mij is dat dan ook de verklaring. Heel veel mensen zijn bijgelovig.
Het is niet alleen vrijdag de dertiende en het getal dertien. Als je een zwarte kat tegenkomt dan brengt dat ongeluk. Bij mij in de buurt laten mensen een zwarte kat buiten lopen en die heeft afgelopen winter drie van mijn goudvissen opgevreten. Dat is alleen pech voor de goudvissen en niet voor mij, hoewel ik hem al vaak ben tegengekomen. Voor dat bijgeloof kan ik nog wel een verklaring vinden, want als je hem in het donker tegenkomt, kun je er over struikelen.
Moeilijker is het met zout morsen. Je moet dan zout over je linker schouder gooien om de goden weer gunstig te stemmen. De oorsprong ligt in het feit dat heel vroeger aan zout magische krachten toegeschreven werden die met eeuwig leven te maken hadden. Als je dat morste was dat niet best. De linker schouder had te maken met het kwade en de rechter met het goede. Op oude prenten zit de duivel altijd links en daar zaten dus ook de kwade krachten. De engel zat rechts en dat waren de goede krachten. Veel Fokkers zullen deze denkwijze ook nog wel op ons huidige politieke stelsel van toepassing vinden, denk ik. Persoonlijk heb ik al vaak zout gemorst en vond het dan altijd zonde om ook nog eens zout over mijn linker schouder te gooien. Toch kreeg ik er nooit pech door. Meestal kreeg ik pech door mijn eigen schuld. Als ik bijvoorbeeld de buitenbanden van mijn racefiets te lang om het wiel liet zitten zodat het profiel op een gegeven moment versleten was en ik tijdens een regenbui drie keer een lekke band kreeg. Als dat toevallig op vrijdag de dertiende had plaatsgevonden, dan was dat niet de schuld van die dag.
Ik ben ook wel eens onder een ladder doorgelopen en er gebeurde nooit wat. Voor dat bijgeloof is ook een verklaring. De ladder die tegen een muur staat, vormt een driehoek en symboliseert zo de heilige Drie-eenheid. Als je daar onder door loopt, is dat heiligschennis. Ik heb een andere mening. Als je onder een ladder doorloopt waarop bijvoorbeeld een schilder bezig is kozijnen te schilderen, loop je de kans de pot met verf op je knar te krijgen als hij per ongeluk daar tegen stoot. Dan heb je dus pech.
Zo zijn er dus veel zaken die pech kunnen veroorzaken en waar mensen bang voor zijn. Ik ben dat niet, maar er kan natuurlijk een uitzondering zijn. Stel dat ik op vrijdag de dertiende ‘s morgens met mijn verkeerde been uit bed stap, Ik eet een broodje ei en stoot per ongeluk het zoutpotje om en mors zout. Ik ga me scheren en zie een vlekje op de spiegel. Ik wil het wegwerken en stoot daarbij de spiegel op de grond en hij breekt. Dan ga ik boodschappen doen en kom een zwarte kat tegen. Ik loop ook nog onder een ladder door. Ik pluk in de tuin van de buren een klavertje vier en dat blijkt een klavertje vijf te zijn. ’s Middags ga ik hardlopen en kijk regelmatig op mijn gps om te zien welke afstand ik al heb gelopen en op een gegeven moment staat er net het getal 666 als ik kijk. Dan is zo’n dag toch wel een enorme uitdaging. Of niet?