Alleenrecht
Marianne komt de spreekkamer van haar therapeut binnen. Ze kan amper slapen, is de hele tijd aan het piekeren. Ze heeft hartkloppingen, barst om niets in tranen uit. Haar huid is grauw als een dood rattenvel. Om niets kan ze uitvallen. Vroeger kon ze zich al slecht afschermen voor leed en onrecht, maar nu is het laatste beschermende laagje verdwenen. Ze heeft geen huid meer. Ze oogt rustig, maar dat is een splinterdun vernis.
Haar kwaal noemt men: burn-out.
De therapeut met een schrander en vriendelijk gezicht, heeft al snel door dat de werkdruk niet de enige reden is. Hij moedigt haar aan haar verhaal te vertellen.
Als kind voelde Marianne zich ‘anders’. De eerste jaren van haar leven was dat geen probleem. Ze speelde gewoon met de andere kinderen. Alleen raakte ze overstuur om iets waar leeftijdsgenootjes niet bij stilstonden. Een geknakte bloem, een vertrapte slak. De volwassenen vonden dat raar, vonden haar een aanstelster. De kinderen waren nog niet zo geconditioneerd en namen haar overgevoeligheid voor lief.
Naarmate ze ouder werd, werd haar gevoeligheid steeds meer een probleem. Er kwamen steeds strengere gedragsnormen. Als Marianne in tranen was, moest ze maar op de gang afkoelen, want: "Van huilebalken houden we niet".
Ook had Marianne moeite met leren. Ze kon zich niet concentreren op de lesstof. “Je kunt het wel, als je het maar wilt” kreeg zij steeds te horen. Omdat ze in sommige dingen heel goed was, kon het daar niet aan liggen. Ze kreeg veel strafwerk. Als ze protesteerde ging de juf of meester tegen haar tekeer. Ze moest niet zo’n grote mond hebben.
Klasgenoten pakten haar spullen af, sloten haar op in de WC, mishandelde dieren voor haar ogen. Allemaal om te zorgen dat ze weer ‘gek’ ging doen.
Als het er te hardhandig aan toe ging, greep de leerkracht in, maar over het algemeen sloeg hij het gade. Marianne moest zich immers staande leren houden in een keiharde wereld, ze moest voorbereid worden op déze maatschappij. En dat kon alleen door ervaring.
Tegen haar ouders durfde ze niets te zeggen. Want dan belden ze naar school en zou het pesten nog erger worden. Ze wilde thuis tot zichzelf komen in haar eigen veilige wereldje.
Toen Marianne van school was, wilde ze haar vervelende jeugd achter zich laten. Ze koos voor een baan in de zorg, omdat haar hart bij kwetsbare mensen lag. Al snel kreeg zij een goede band met cliënten, maar het management waarschuwde haar niet teveel emotioneel betrokken te raken. Daar trok ze zich weinig van aan. Wat wisten zij daar nu van? Zij leefden in hun hoofd.
Marianne kwam ook weleens op voor cliënten als ze vond dat collega’s ze niet serieus namen en niet genoeg respecteerden. Ze waande zich veilig, ondanks de botsingen. Er was weinig op haar aan te merken. Haar rapporten en verslagen waren beknopt, maar verder onberispelijk. Ze had weinig met dat papierwerk, want hierdoor kon ze minder tijd met de cliënten zelf bezig zijn. Toch ging ze met plezier naar haar werk.
Ze kreeg een vaste vriend, Stefan. Ook hij had een moeilijke jeugd gehad. Hij kon niet op volwassenen vertrouwen. Ze hielden hem dingen voor, die ten slotte niet kwamen. Ze lieten hem in de steek, terwijl ze beloofden voor hem te zorgen. Regelmatig liet hij vrienden vallen, zodat ze hem niet meer konden laten vallen. Ook bij Marianne had Stefan moeite afspraken na te komen. Hij kwam soms laat of gewoon niet opdagen en had dan ook zijn telefoon uitstaan. Hij was niet anders gewend dan dat mensen zo met elkaar omgingen. Marianne had het op zulke momenten niet meer van ongerustheid.
Met veel liefde en geduld werkten ze eraan dat het normaal is om afspraken na te komen, zeker als iets belangrijk is.
Ze hadden het verder heel goed. Ze konden met elkaar lachen, praten. Marianne was ervan overtuigd dat wat zij hadden, dieper was dan Romeo en Julia. Ze was bereid om hiervoor te knokken als het moet.
Ze begonnen al na te denken over kinderen. Toch ontstonden er scheuren in hun relatie. Het was te lang goed gegaan. Stefan kreeg paniekaanvallen. Alsof hij zelf controle wilde hebben over het verloop van hun relatie, was hij op een dag verdwenen. Ook nergens bereikbaar. Marianne probeerde van alles en had nergens anders meer energie voor.
Op een dag stond hij op de stoep. Na hem te hebben laten zweten, liet ze hem weer toe in haar leven, mits ze in relatietherapie zouden gaan.
Tussen Marianne en Stefan leek het weer goed te komen, maar door de stress had ze een achterstand opgelopen op haar werk. Haar bazin begon haar op te jagen, stelde een harde deadline op. Marianne kon zich steeds slechter concentreren. Ze ging moe naar het werk en kwam gesloopt thuis. Ze kon er ook steeds slechter tegen hoe cliënten als onmondige kinderen werden behandeld. Dat ze vooral koest werden gehouden. Dat een cliënt die protesteerde vooral ‘lastig’ is. Dat er zaken over de hoofden van cliënten werden geregeld, zoals dat nu ook bij haar leek te gebeuren. Ze zei hoe ze over het beleid dacht, wat de bazin alleen noteerde.
Marianne meldde zich ziek, maar moest zich na twee weken bij de bedrijfsarts melden. Die concludeerde: “Je hebt een arbeidsconflict, maar je ziek melden gaat niets helpen. Je gaat het maar oplossen met je bazin”. Hij was al helemaal op de hoogte. Marianne kreeg geen ziekengeld meer.
Het rapporteren en de dossiers bijhouden, de belangrijkste taken hier, lukte Marianne nu helemaal niet meer. De letters draaiden voor haar ogen. Hoe vaak ze ook las waar ze gebleven was, de formele teksten kregen voor haar geen betekenis. De tijd die ze met cliënten doorbracht, kon ze nog wel haar hoofd erbij houden. De cliënten waren nog steeds erg blij met haar, maar dat was bijzaak voor de stichting.
Er kwam een beoordelingsgesprek waarin Marianne de kans kreeg het conflict ‘op te lossen’. Ze keek in dat zure gezicht. “Ik heb mijn twijfels over je”, zei de bazin. Bovendien was Marianne te emotioneel betrokken bij patiënten, stelde ze zich niet professioneel op en had de zaken niet op orde. Marianne was verbaasd over die directe eerlijkheid. Doorgaans kwam ze er alleen via, via achter hoe haar baas over haar dacht.
Al snel bleek er een ontslagprocedure in gang te zijn gezet. De ouders en vertegenwoordigers van cliënten ontvingen een brief daarover. Daar stond hetzelfde in als wat er tijdens het beoordelingsgesprek is gezegd, met het één en ander toegevoegd:
‘Vriendschappelijk contact tussen een hulpverlener en cliënt trekt de verhouding scheef en maakt de cliënt zeer kwetsbaar voor belangen van de hulpverlener. Dit is maar al te vaak voorgekomen’.
Alsof die belangen aan de orde waren. Marianne heeft er nooit wat over gehoord, rechtstreeks, of via iemand anders. Überhaupt behandelt zij cliënten niet als ‘vrienden’, maar wel als gelijkwaardig. Ze doet haar werk met overgave.
“Bovendien blijkt ze niet in staat om naar behoren de dossiers van cliënten bij te houden. Hierdoor zullen belangrijke cliëntenzaken en ontwikkelingen nooit meer terug te vinden zijn. In haar algehele functioneren voldoet ze niet aan de eisen van dit soort werk. Dit is niet te verantwoorden. Hoe vervelend dit ook is voor haar, in dit geval kiezen we voor het belang van de cliënt”.
Vroeger waren de dossiers tiptop in orde, al verfoeide Marianne dit werk. Over haar problemen staat niets in de brief die ‘in het belang van de cliënt’ is.
Marianne wordt wakker. Ze denkt aan de dag die voor haar ligt, wat ze moet doen, totdat ze beseft dat ze eruit ligt.
De ene na de andere peuk steekt ze op. Driftig jaagt ze het vuur erdoor heen en zuigt haar longen vol roet. Hoe ongezonder, hoe beter. Ze heeft steeds meer alcohol nodig om zich te ontspannen. Allemaal funest voor haar vergiftigde lichaam, maar louterend voor de geest.
Steeds als ze aan haar werk en haar cliënten denkt, of erover praat, lopen de tranen over haar wangen. De afgelopen gebeurtenissen teisteren haar slaap. Ze verlangt terug naar haar school, met de pestende kinderen en de autoritaire leerkrachten.
Daar waren ze nog eerlijk in hun wreedheid.
Als je zegt dat er iets met je relatie aan de hand is dan begrijpen mensen het trouwens ook al snel, is mijn ervaring. Dus het had een hoop stress kunnen voorkomen als ze zichzelf eens wat meer blootgeeft en alles zeg maar. Bijtijds eens zegt waar het op staat ? Ik vind het wel wat apathisch allemaal, en ook zielig om te zien hoe iemand denkt dat ie de enige is die het overkomt.
Verhaal is trouwens gebaseerd op een echt gebeurd verhaal, wat betreft hoe iemand er uit is gewerkt. (Alleen was het in het echt een man) Het gebeurde onder de stichting waar ik helaas onder woon en die mij nog steeds in de tang heeft. Ze nemen cliënten ook niet serieus, hoe duidelijk je ook bent over je probleem. Ik ben nu bezig met urgentieverklaring voor een zelfstandige woning.
Het had veel stress gescheeld als de bazin bezorgd was geweest, naar de situatie had gevraagd, in plaats van iemand er uit te werken zodra er een aanleiding voor was gevonden. Ik zeg expres gevonden. Ze moesten haar al niet, omdat zij cliënten wel serieus nam.
Op het punt in het verhaal dat de bazin een deadline stelde zou de hoofdpersoon bij zichzelf kunnen denken 'wil ik hier wel werken'. Of ze had kunnen kijken of er op een of andere manier verbetering in de situatie te brengen zou zijn.
In ieder geval is het niet zo handig om de zaak gewoon op het beloop laten en denken dat het wel goed komt. De combinatie geen goede resultaten en bovendien nog ongezouten kritiek staat in veel gevallen garant voor ontslag. Het valt in zekere zin ook uit te leggen als werkweigering. Je geeft in ieder geval niet aan dat je in oplossingen denkt.
Dat cliënten niet serieus worden genomen lijkt me goed mogelijk, ik ben er niet van op de hoogte. Het lijkt me in principe niet de bedoeling van zorg om niet te luisteren naar wat een cliënt wil. Het lijkt me juist eerder dat dat het uitgangspunt zou moeten zijn. Of dat dan betekent dat je ook een vriendschappelijke relatie moet onderhouden, ik zou zeggen dat dat iets heel anders is dan naar iemand luisteren. Je bent een professional, geen vriend als hulpverlener, toch ?
Ik ken uit mijn omgeving ook mensen die erg vriendelijk zijn in professionele relaties. Die zijn volgens mij best vaak in zorg- en coaching functies terecht gekomen, waarbij ze veel contact hebben met mensen. Het is juist meestal een goede kwaliteit om oog te hebben voor persoonlijke kwaliteiten van anderen.
Misschien is die 'Stichting' waar jij het over hebt gewoon een beetje een geval apart, of tekenend voor een bepaald deel van de zorgsector (ik weet eigenlijk niet zoveel van de zorgsector).
Het klinkt wel triest, alsof je in feite afgeschreven wordt als handelsbekwaam persoon daar. Ik denk dat er in zo'n instituut veel meer personeel rondloopt wat moeite heeft met de gang van zaken, niet alleen degene die jij noemt. Het lijkt in het verhaal net alsof er maar 2 mensen werken, de bazin en zij. Het klinkt naar een nogal onpersoonlijke werksfeer waarbij de enige uitdaging eruit bestaat om op papier zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de tijd en de middelen die er zijn.
Op straat komen te staan in de zorg lijkt me niet zo'n geweldig probleem, er is genoeg werk. Lijkt me juist een buitenkansje voor de persoon in kwestie, om eens verder te kijken.
Dat van die burnout begrijp ik niet zo. Het kan best dat ze er ongelooflijk veel van zichzelf heeft gestoken in haar werk, en dat het direkt na het ontslag voor niets lijkt te zijn geweest. Ik denk juist dat ze ze tijdens het werk doordat ze het op haar manier heeft kunnen uitvoeren er veel voldoening uit heeft kunnen halen. Dat het management het daarmee niet eens is, is weer iets anders, en een ontslag is natuurlijk pijnlijk. Maar ik denk niet dat je van beslissingen van bovenaf zomaar een burnout krijgt. Wel een tijdelijk nogal teleurgesteld gevoel waar je overheen moet komen.
Het stuk waarin je verteld over de pesterijen en hoe dit belastend werkte voor de hoofdpersoon die gedwongen werd om het te ondergaan is iets waar denk ik heel veel mensen last van hebben. Niet specifiek de hypergevoeligen. De enige oplossing is dat je laat zien wat je ervan vind, iets zeggen of doen waardoor je de sociale betrekking met de ander tot uiting brengt en zichtbaar maakt.
Als ik gepest zou worden door mensen die bijvoorbeeld voor mijn neus een konijntje de nek om zouden draaien dan zou ik op een gegeven moment het eens op een andere manier benaderen en vragen waarom iemand dat doet als diegene weet dat ik daar een hekel aan heb. Volgens mij moet je in zo'n geval iets van jezelf laten zien.
Mensen treiteren volgens mij niet alleen uit leedvermaak maar ook omdat ze een reactie uit het slachtoffer willen trekken omdat ze dat nodig vinden om die persoon in sociaal opzicht beter te kunnen plaatsen. Ik heb tenminste zelf toen ik gepest werd ooit de grootste pestbak eens beetgepakt en met zijn hoofd tegen een schoolbank gedrukt en hem eens vertelde wat ik eigenlijk wilde. Daarna ben ik heel zelden nog gepest (wat misschien niet altijd een verbetering is want als mensen je niet in de maling durven te nemen dan mis je wellicht een stuk persoonlijke feedback).
Ik kan me wel voorstellen dat het moeilijk is om over de verontwaardiging heen te stappen als je zoiets ondergaan hebt.
Toen ik er laatst uitgegooid werd bij het bedrijf waar ik werkte, had mijn baas me juist uitgelegd dat 'de enige die je kunt veranderen jijzelf bent'. Gelukkig kon ik er nog wel een uitdaging in zien.
Vriendschappelijke relaties met cliënten zijn i.d.d niet de bedoeling, maar dat was ook niet aan de orde, behalve in de ogen van de chef.
De burn-out kwam door een combinatie van conflicten op haar werk, haar moeilijke jeugd en relatie-problemen waardoor ze haar hoofd niet meer boven water kon houden.
Ze had inderdaad eerlijker kunnen zijn over haar problemen, maar of het iets had geholpen... Haar bazin was al vastberaden om haar als ongeschikt af te schrijven. Als Marianne eerlijk erover was geweest, had de chef er denk ik van gemaakt dat ze werk en privé niet kan scheiden.
De begeleider die het in het echt is overkomen werkt nu ergens waar hij zich wel prettig voelt, en Marianne zal misschien ook weer een perspectief gaan zien. Maar ze heeft tijd nodig om over deze klap heen te komen.
De cliënten hebben het vaak nog moeilijker. Vaak zijn die zo afhankelijk van de zorg dat de stichting/instelling hun enige werkelijkheid wordt.
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken