Europa op de tweesprong

Europa op de tweesprong

De perikelen rond de nieuwe Europese commissie waren een goed, maar ook schrijnend voorbeeld van het onvermogen van Europa om nou eens een werkelijk efficiënte samenwerking op te zetten. De verkiezing van de commissie was al discutabel: landen mochten hun eigen kandidaten aandragen. Hierbij werd vooral gelet op het belang dat het land een zware post zou binnenkrijgen. Nationaal belang bleek wederom boven het Europees belang te gaan. Het Europees Parlement, alhoewel een geldverslindend, door de taal- en afstandsbarrières inefficiënt orgaan, is de enige hoop op een werkelijk democratisch Europa. Het is dan ook ironisch dat een unie van de meest democratische landen ter wereld haar parlement bijna tot een lachertje maakt; en het getuigt ook van weinig motivatie bij de Europese leiders om Europa werkelijk een democratisch instrument te maken.

Europese samenwerking zou na veertig jaar een voldongen feit moeten zijn. Echter, we blijven aanmodderen in een soort van koehandel tussen verschillende nationale belangen. Het is diep droevig dat België en Nederland op een kinderachtige manier trachten een conflict over een spoorlijn te beslechten. Ik mis in een dergelijk conflict de hand van de Europese Unie. Je zou denken dat de EU infrastructuur – en dan vooral tussen haar lidstaten – als een zeer belangrijk issue ziet. Echter, oftewel de Europese commissie lijkt wel te zwak om nu een waarde-oordeel te vellen. Europa bemoeit zich evenwel met binnenlandse aangelegenheden die je in zo’n situatie nooit aan een overkoepelende organisatie zou willen overlaten. Tegelijkertijd mengt de EU zich amper in internationale aangelegenheden, tenzij er geen lange tenen zijn om op te stappen (zoals met de vredesmacht in Bosnië), of ze houden zich met vage termen min of meer aan de zijlijn.

Een gebrek aan daadkracht is altijd een makkelijk verwijt, maar in dit geval ook terecht. De Europese commissie zou onafhankelijk moeten worden van nationale regeringen, en moet samen met het Europees Parlement een Europees duaal systeem gaan vormen. Tegelijkertijd moet zij zich minder met binnenlandse aangelegenheden bemoeien, maar des te meer met zaken die grensoverschrijdend zijn. In de globale politiek moet de Europese commissie een belangrijkere rol gaan spelen. Een daadkrachtiger commissie, die ook veel meer kleur kiest, zal de Europese burger ook meer activeren om ook betrokken te raken bij Europese zaken. Nationale regeringen en de commissie moeten een stelsel gaan vormen zoals ook rijk en gemeente hun eigen stelsel vormen. Een systeem waarin iedereen zijn prioriteiten kent en onafhankelijk van elkaar is.

Voor een Europa waarin een Griek beslist of wij wel spruitjes mogen eten draait niemand warm. Maar een Europa waarin landen een groot deel van hun soevereiniteit behouden, maar waarin tegelijk een uniform beleid betreffende geopolitieke en grensoverschrijdende zaken wordt gevoerd. Een democratisch en duaal stelsel zou hier de basis voor moeten vormen. Een stelsel waarin een Europese commissie over gewichtige zaken als Turkije rechtstreeks kan worden afgerekend door de Europese burger. Waarin we, als Europa, een duidelijke vuist kunnen vormen richting de rest van de wereld, zonder dat daaraan eindeloos gekibbel tussen regeringsleiders aan voorafgaat. En passant kunnen ook de heersende bureaucratie en communicatieproblemen veel beter worden aangepakt, want de commissie heeft een veel duidelijker mandaat en is bovendien samengesteld uit mensen van dezelfde stroming en overtuiging, namelijk die van de meerderheid van het Europees Parlement. Uiteraard zitten er enkele haken en ogen aan zo’n stelsel. Zo zou als voorwaarde moeten worden gesteld dat elke nationaliteit is afgevaardigd – op (bijna) gelijk niveau – in de Europese commissie. Dit om een coup van de grote landen – met de kleine landen als grote verliezer – te voorkomen. Volledige democratisering en meer transparantie is echter de enige manier om in de toekomst een sterke en solide unie te waarborgen. Onder de huidige koers dreigt de EU eerder een zinkend schip te worden, en dan zijn we compleet terug bij af.