En ik geloof niet
En ik geloof niet
Ik rijd niet te hard, ook al ben ik het niet eens met de regels. Geef teveel wisselgeld terug aan het kassameisje. Een portemonnee op straat wordt door mij met inhoud en al bij je thuisbezorgd, zonder verdere beloning want de opluchting op je gezicht is mij meer waard dan welke euro dan ook. In de kroeg praat ik met je als je alleen staat, zal je nooit afkeuren op je uiterlijk en zelfs niet op je innerlijk. Ik eet niet overdadig, vind dat als ik zelf niet kan slachten, ik ook geen vlees zou moeten eten.
En ik geloof niet
Ik geef aan goede doelen, en scheid mijn huisvuil. Ik trek liever een trui aan dan dat ik de verwarming hoger zet. Ik gooi mijn kauwgom niet op straat, en ik koop elke dag een straatkrant. Ik kom voor je op als je belaagd wordt door dronken jongeren, vermijd het gevecht, maar laat je nooit alleen. Ik help de oude vrouw over de straat, breng het kleine huilende meisje naar de kassa, waar ze haar moeder kan laten oproepen.
En ik geloof niet
Ik weet niet of ik later in de hemel kom, beter vind ik het de aarde een betere plaats te maken zodat het hier al een klein paradijs kan worden. Ik wil voor de aarde vechten, omdat ik er nu eenmaal ben, maar doe dit liever niet met wapens. Ik denk dat geweld enkel geweld oplevert, en vergeef je als je een doodzonde begaat. Ik zal niet denken dat ik de waarheid bezit, en zal me ook niet zo gedragen. Ik maak een keuze waarbij ik mij goed voel, en anderen geen pijn doe, zonder dat ik daarbij afga op wat de buitenwereld mij oplegt, in woord noch geschrift.
En ik geloof niet
Ik kan het helemaal mis hebben, en zal de eerste zijn die het toegeeft. Er is altijd de mogelijkheid dat het allemaal andersom is, en ik zal luisteren als je zegt dat ik verkeerd handel in dit alles. Ik probeer mijzelf zo goed mogelijk te gedragen en zal zorgen dat ik de balk in mijn eigen ogen niet vergeet als ik jou op de splinter wijs. Ik denk dat ik jou niet moet aandoen, wat ik mezelf niet toe wens. Ik denk dat er een prachtig mens in ons allemaal zit, maar dat we het elkaar zo moeilijk maken omdat we het allemaal beter weten.
En ik geloof niet
Ik heb geen regels, anders dan mijn eigen gedachten. Ik heb alles overwogen en kan niet anders concluderen dat er iets is die dit allemaal mogelijk maakt. Ik heb rondgekeken en zie in alle nood, ellende en nijd geen zondig mens, maar de mens met een keuze. Ik denk niet dat ik verloren ben als ik niet op een berg mediteer, of onder aan het kruis, noch denk ik dat jij voor eeuwig zal branden als je jezelf opblaast temidden van een groep schoolkinderen.
En ik geloof niet
Alles heeft zijn tijd, en zijn plaats. In ons verdriet, onze woede, ons geluk, onze liefde zit onze menselijkheid. Het zijn deze gebeurtenissen die ons vormen, die ons leren, die ons laten voelen. En in een diep ellendig gevoel dat wij allemaal wel eens hebben, zit altijd de hoop verborgen, omdat we weten dat het altijd anders kan. Dat deze aarde onze speelplaats is, om te mogen voelen, huilen, lachen en te leven.
En ik leef
