Sandy Row, de andere kant....


Vijf dagen later zie ik mijzelf niet eens meer, en loop ik over straat zonder herkend te worden. Ik lees in de krant dat er een jongen van Acht aan een overdosis heroïne is overleden. De kop van het artikel luidt: Achtjarige jongen overlijdt aan overdosis. Vervolgens, Achtjarige jongen uit de wijk Sandy Row enzovoorts. Er wordt zoveel ophef overgemaakt terwijl ik gewoon wat eerder voor mijn lot koos.

Nu negentien ‘aardse’ jaren verder, zwerf ik niet meer over de straten. Mensen kunnen mij nog steeds niet zien. Ik leef nu in een ‘tussen’ wereld. Vanuit hier kies ik om weer terug te keren. Elke keer als iemand langs mij loopt, loopt diegene ‘door’ mij. En ik ervaar in het voorbijgaan hun wereld. Kort, maar lang genoeg om hun verlangens, hun hoop en hun sterrenhemels te ervaren. Elke zwervende, kiest zijn tijd om terug te keren. Sommige zijn niet eens twee ‘aardse dagen’ hier. Het ervaren van voorbijgaan, is iets wat moet groeien. Hoe meer aardse levens, hoe gemakkelijker en mooier de tussenwereld word.

“John?” een man passeert mij, het is net alsof hij mij aanspreekt, hij kijkt mij aan, direct. Het vreemde is dat ik niets van hem ervaar. Het enige wat mij opvalt is dat hij een gezicht heeft, waarin honderden gezichten liggen verscholen. Hij glimlacht, ik glimlach terug. Hij is ook hier, naast mij, hij ‘ziet’ mij. “U bent?” vraag ik maar. “Gudra, Zwerver. Maar ik heb veel namen in de aardse wereld.” Zijn stem is zwoel, aards, licht en donker tegelijk. “Jij bent John, en ik heb lang naar je gezocht, ga je mee?”. Ik twijfel en ben verward, ik heb altijd kunnen ervaren wie iemand was, aards of hier, maakt niet uit. Maar nu, nu is het anders, ik kom niet ‘binnen’…..
“Of juist wel” antwoordt hij voor mij. “Hoe bedoelt u?” vraag ik. “We beginnen met dat ge-U. Gudra is genoeg, ik zal je vertellen wie ik ben, wat ik hier doe, en waarom ik jouw zoek. Maar ik wil je wat laten zien, ga je mee?” Tja, hoe kan ik nu weigeren, negentien jaar van ervaren, absorberen, een uitdaging is bijna geheel nieuw. “Let’s Go.”
“Ik weet dat iedereen hier iets verzameld, jij verzamelt in het voorbijgaan sterrenhemels. Toch?” hij heeft gelijk. “Dat klopt, en wat wil je daarmee zeggen?” “je verzamelt niet alleen de beelden, ook de emoties, de perfectie van het moment. Jij bent in staat je ook te verplaatsen naar daar. Aardse grenzen zijn niet van toepassing. Kom…….”

Een sterrenhemel zien…….
Een sterren hemel zijn…….
Mogelijkheden ontvouwen, en nemen vorm aan. Ik ben fantasie, dromen, en bewustzijn in één. Alle sterrenhemels die ik in mijn bestaan hier heb ervaren, ben ik. Ik bemerk hoe mensen naar mij kijken. En Gudra ook weer naar mij kijkt. Ik ben nu ook bij hem ‘binnen’, hij wil mij spreken. De sterren hemel blijft prachtig, ik volg Gudra in zijn daling en ontwaak. Langzaam open ik mijn ‘ogen’ voor mij ontvouwt zich een prachtig bouwwerk, een kathedraal, ik sta voor een soort altaar, het plafond lijkt onbereikbaar, de beelden lijken te leven. Ik draai mij om, er zijn geen banken of stoelen, het is alleen maar ruimte, het lijkt wel of alles hier bijeenkomt.
Langzaam zie ik naast mij Gudra verschijnen. Hij stijgt langzaam op en beweegt zich naar een groot beeld wat uit de muur steekt. Hij kijkt mij aan, ik voeg mij bij hem, en hij fluistert, “dwivarga” terwijl hij dit doet, lijkt het beeld, op te leven. “Songe” gaat hij verder, ik raak vervuld van onderdanigheid, rust. “Proenghus” we gaan voorbij aan een prachtig beeld, “wat altijd voor opschudding zorgt.” Gniffelt Gudra. “Yogehim. Mahvghi” Gudra wenkt mij en ik volg hem, we nemen afstand van een beeld, het blijft kijken. “Saraswati”, ik raak verbijsterd door het beeld, het beeld schokt mij, en laat me reizen. “degene die jouw hielp” fluistert Gudra mij toe. “ En Soghleli”. Dit beeld licht wel op maar het lijkt juist duister, vredig duister te worden.
Ik volg Gudra in zijn daling. Op een geringe van de vloer, stop ik, en kijk achter mij, de beelden, zijn weer één geworden met de rest. Alles in de ruimte lijkt te leven, en alles lijkt verbonden. De ruimte in zijn geheel is niet te bevatten. “Noem dit de Olympus van jouw wereld.” Ik draai weer om naar Gudra, en strijk naast hem neer. “Waarom, wat.” Ik heb geen idee wat ik moet zeggen. De glimlach op Gudra’s gezicht is hartelijk, innemend. “Ga je mee, ik wil je meer laten zien.” Zonder twijfel volg ik hem.

Tdw