Goedemorgen!

Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over duwen trekken aan het Binnenhof.

De Parlementaire Persvereniging is kwaad op de beveiligingsdienst. Want journalisten zouden zo nu en dan op hardhandige wijze uit de omgeving van bewindslieden zijn verwijderd.

Er bestaat allerlei psychologisch onderzoek naar, en er zijn allerlei moeilijke termen voor. Over dat mensen het onprettig vinden als andere mensen te dichtbij komen. De minimale afstand moet ongeveer een halve meter bedragen. Als ik zie hoe journalisten zich soms als aasgieren op ministers storten, snap ik dat dat voor die bewindspersonen erg vervelend is. Soms wordt aan die mensen zelfs een normale doorgang zowat belemmerd. Vervelend en onfatsoenlijk. Maar:

We moeten niet terug naar de tijd, waarin ministers met een stem vol ontzag “excellentie” worden genoemd, en journalisten op een kruiperige toon een bescheiden vraag stelden. Maar de manier waarop sommige parlementaire journalisten zich nu gedragen, kan echt niet. En ministers en andere bewindspersonen zijn nooit verplicht om die vragen te beantwoorden, of we dat nou leuk vinden of niet. De enige vragen die verplicht moeten worden beantwoord, zijn de vragen die kamerleden stellen. Want de regering wordt gecontroleerd door de Kamer, en niet door de journalistenbond. Niettemin gaat de beveiligingsdienst nu zijn eigen gedrag onderzoeken. Fraai, maar volgens mij tamelijk overbodig.

Kan de Parlementaire Persvereniging mij even melden, of ze zelf niet ook vindt dat er krokodillentranen worden gehuild? Iemand die een ander hinderlijk volgt en zelfs het doorlopen belemmert, moet toch niet raar opkijken als hij een duw van een bewaker krijgt? Dat is toch zijn werk, zorgen dat de minister zich ongestoord door de gangen van het kamergebouw kan begeven. Desnoods met geweld. En een minister die te vaak weigert om vragen van het journaille te beantwoorden, merkt dat vanzelf aan zijn populariteit!