Beveiligingsterreur

Dief of dievegge, het staat niet op je voorhoofd geschreven. Was het maar zo eenvoudig, dan was het protocol Winkeldiefstal Preventie overbodig en had ik geen last van mijn angst gekregen. Angst? Ja, want ik winkelde heel graag, maar nu durf ik geen winkel meer uit. Ja, úit, je leest het goed. Doodzenuwachtig word ik wanneer ik weer door zo'n verdomde rotpoort moet.

De eerste keer ging het alarm af na een bezoek aan een grote speelgoedwinkel, midden in de stad. Binnen een mum van tijd werd ik omsingeld door drie paniekerige winkelmedewerkers, een beveiligingsmedewerker - type bullebak - en tientallen omstanders, allemaal met dezelfde gedachte:
"Je ziet het er niet aan af, maar kijk, daar staat zo'n ordinaire winkeldievegge!"
Behalve schaamte, borrelde ook boosheid in mij omhoog. Ik had verdomme betaald! Ik wapperde driftig met mijn kassabon, maar het maakte geen indruk. Men eiste inzage in mijn tas. Ik moest mee, terug naar de winkel, dwars door het ijzige opstootje, met de bullebak op mijn hielen. Daar aangekomen, griste het nonchalante winkelmeisje de tas uit mijn handen om vervolgens tot de ontdekking te komen dat zij één artikel had vergeten te demagnetiseren. Nou hier dan! En nu hup, wegwezen, ze had het druk. De bullebak reageerde iets jovialer.
"Maar goed dat we het ontdekten, meid, het had je bij een andere winkel veel problemen kunnen opleveren!"

Hoe lang het heeft geduurd voordat ik weer door zo'n poort durfde? Lang genoeg. En de eerste paar keren alleen maar in gezelschap van een goede vriendin. Die vond dat ik had moeten weigeren. Niks kijken in mijn tassen, ik had toch betaald?
Die "goede raad" kwam mij duur te staan, in een supermarkt waar "de caissière te allen tijde uw boodschappentas mag controleren".
Als je daar naar het heiligdom der supermarkten wordt afgevoerd - het kantoortje van de bedrijfsleider - is het bewijs bij voorbaat geleverd. Je hoort het de andere klanten gewoon denken:
"Je ziet het er niet aan af, maar kijk, daar gaat weer zo'n ordinaire winkeldievegge!"
In die supermarkt met de overgevoelige poortjes heb ik mij ook nooit meer vertoond.

Mijn angst voor beveiligingspoortjes werd almaar erger: bij een filiaal van een grote drogisterijketen werd ik in mijn kraag gegrepen door zo'n bitchy winkeljuf op hoge hakken. De boosdoener? Zo'n geniepige en piepkleine magnetische strip op mijn duur betaalde lippenstift.
Er leek geen einde te komen aan mijn neerwaartse spiraal: in de stadsbibliotheek en zelfs in het zwembad werd ik als ongerechtigde klant gebrandmerkt. Je wilt niet weten hoe dàt klinkt, de akoestiek in die ruimtes is werkelijk fenomenaal.
Doodzenuwachtig werd ik op den duur, van die akelige, hoge tonen en rood opflitsende lampen, in die periode begon ik zelfs met nagelbijten.
Ik begon ook met trucjes bedenken: treuzelen bij de poortjes bijvoorbeeld, net zo lang tot er veel mensen tegelijk doorheen moesten. Helaas is die truc is ook bij winkeldieven favoriet.
Mijn angst ontaardde bijna in een fobie: bij iedere poort bonsde mijn hart nog zwaarder in mijn keel, parelde er meer zweet op mijn voorhoofd en werd mijn gezicht nog witter.

Ten einde raad zocht ik steun bij de verkopers en dat bleek een heel goede zet: sommigen stonden mij welwillend en zeer geduldig bij. Ik mocht het tot vervelens toe vragen: zat de kassabon er wel in en waren alle magnetische strips en labels verwijderd? Eén verkoper was zelfs uitermate begripvol.
"Toe maar", fluisterde hij achter mij. "Loop maar door het poortje, je kunt het, écht."
Deze verkoper had de opvolger van Emile Ratelband kunnen zijn, want zowaar, het hielp! Ik kreeg zelfs weer plezier in het winkelen...

Tot ik mij onlangs op Schiphol bevond, waar sinds kort alle beveiligingspoorten op uiterst gevoelig staan. Alles moest op de band: mijn jas, handtas en fly-buy tas, en omdat er metaal in zat, ook mijn schoenen en mijn riem. Argeloos en onbevangen liep ik door de poort en toen brak de hel weer los.
Alsof ik meespeelde in een B-movie: een zoemtoon veranderde in een sirene, rode lampen in felle spotlights, de ontspannen sfeer in alarmfase één, honderden vrolijke toeristen in wantrouwende cipiers. Ik hoorde iedereen denken:
"Je ziet het er niet aan af, maar kijk, daar staat weer zo'n ordinaire terroriste!"

Een vrouwelijke Marechaussee nam mij apart, om mij te fouilleren. Ze hield het zakelijk.
"Enig idee waaraan het zou kunnen liggen?"
Eh nee, mijn hele hebben en houden lag op de band.
"Mijn bh misschien?" piepte ik, trillend op mijn benen.
Niks bh, het was mijn metalen haarklem, gekocht in een filiaal van een grote drogisterijketen, precies ja, bij die bitchy winkeljuf.
Ik heb het onding weggegooid, meteen, zonder aarzelen. Voor de rest ben ik terug bij af en moet ik weer helemaal opnieuw beginnen, ditmaal met behulp van de Koninklijke Marechaussee...