Stoer

Dennis is stoer. Dennis is dol op voetbal. Ajax is zijn cluppie. Vanavond speelt jong Ajax tegen jong Feyenoord. Dennis gaat erheen met zijn maten. Dennis zijn maten zijn ook stoer. Dennis bekijkt zichzelf in de spiegel. Hij heeft zijn favoriete spijkerbroek aan en zijn Ajax-shirt. Hij twijfelt tussen zijn kisten en zijn Nikes. Hij besluit zijn kisten aan te trekken, want de kans is groot dat ze gaan rellen vanavond en met kisten kan je toch beter trappen. Dennis gaat op de rand van zijn bed op zijn Ajax-dekbed zitten en trekt zijn kisten aan. Hij gaat nogmaals voor de spiegel staan en knikt zichzelf tevreden toe. Hij ziet er goed uit. Zijn blonde spikes staan rechtovereind en zijn acne is al stukken minder dan eerst.

Fluitend stampt hij de trap af. Zijn moeder staat in de keuken. Hij loopt de keuken in en pakt een snicker. Met de snicker in zijn mond trekt hij zijn bomberjack aan. Zijn moeder roept hem. "Wat moet je, ma?" Hij hoort haar iets zeggen, maar verstaat haar niet. Geërgerd loopt hij de keuken in. "Nee, ik eet niet thuis, ik zie wel hoe laat ik terug kom". Als hij de buitendeur dicht smijt hoort hij zijn moeder roepen. Stom wijf. Ze kan alleen maar zeiken. Hij pakt zijn mobieltje en belt Henk. Henk is echt stoer. Henk is al 35 en al heel lang fan van Ajax.

Bij Henk thuis zit iedereen al klaar. Ze gaan met z'n allen naar de wedstrijd. Ajax gaat winnen, Dennis voelt het. Ze gaan extra vroeg naar het sportcomplex. Dennis krijgt bier van Henk. Dennis kijkt naar zijn maten, drinkt van zijn bier en voelt zich stoer. Vlak bij het sportcomplex wil iemand ze filmen. Henk wordt kwaad en zegt dat hij die hoerenjournalisten wel even een lesje zal leren. Dennis ziet dat de journalisten bang zijn en hij smijt zijn lege bierblikje naar hen toe. Als de stewards zich ermee gaan bemoeien is de lol eraf voor Henk. Ze drinken nog wat en gaan naar de tribune.

Jong Ajax speelt goed. Dennis geniet van de wedstrijd en de sfeer. Henk zit zich kwaad te maken. Hij vindt dat die lijers van Feyenoord klappen verdienen. Twee vrienden van Henk zijn het met hem eens en sturen een paar SMS-jes naar vrienden die ergens anders op de tribune zitten. Henk gaat staan en maakt zich groot. Hij wijst naar een groepje Feyenoordsupporters en haalt zijn vinger langs zijn keel. Dennis moet lachen. Iedereen is bang voor Henk. De Feyenoordsupporters steken hun middelvinger op. Henk gaat op zijn stoeltje staan en schreeuwt dat alle Feyenoorders dood moeten. Dennis begint te joelen en te klappen en zijn maten doen mee. Er ontstaat een lekker agressieve sfeer. Dennis is blij dat hij zijn kisten aan heeft gedaan.

Ajax heeft gewonnen. Dennis hangt dronken achterover en ziet hoe Henk het veld op rent. Er rennen een paar mannen met Henk mee. Ze rennen op een van die kutbuitenlanders van Feyenoord af en beuken hem hard. Dennis springt op en rent ook het veld op. Iedereen is met elkaar aan het vechten. Dennis ziet iemand op de grond liggen en geeft een trap tegen zijn rug. Opeens voelt Dennis een hand op zijn schouder. Het is een van zijn helden, Marco van Basten. Marco is kwaad en zegt tegen Dennis dat hij weg moet gaan. Dennis lacht. Samen met Marco Feyenoorders in elkaar slaan. Dit is de stoerste dag van zijn leven.

Even later kwam Henk naar hem toe rennen. Ze zouden de gevluchte spelers bij de spelersbus opwachten en ze dan afmaken. Met een klein groepje rennen ze er naar toe. Henk heeft een mes en bedreigt een man. De man rent weg. Dennis moet lachen. Feyenoorders zijn laf, dat blijkt maar weer.

Dennis is moe en misselijk als hij in bed gaat liggen. Hij zet de TV aan en sluit zijn ogen. Hij hoort dat de clubleiding van Ajax de acties van eerder vanavond afkeurt. Dennis snapt er niks van. Hij doet het toch juist voor Ajax? Hij helpt ze toch goed door Feyenoorders te beuken? Hij kruipt wat dieper weg onder zijn Ajax-dekbed en geniet nog wat na van eerder vanavond. De clubleiding zou Henk een cadeautje of zo moeten geven, want Henk is de grootste Ajaxfan die er bestaat.


Aan de andere kant van Nederland woont Martin. Martin is ook stoer. Martin en zijn twee beste vrienden waren op het nieuws, maar niemand weet dat het om hen gaat. Martin is de leider van hun groep. Ze verzinnen altijd leuke dingen om te doen na schooltijd. Als Martin geld heeft, roken ze soms stiekem een joint. Gister had Martin een heel strak plan bedacht. Ze zouden naar het spoor gaan en stenen tegen de trein aangooien. Martin vond een mooie steen en met zijn drieën liepen ze naar de spoorwegovergang. In de verte kwam een trein aan. Martin vindt dat Erwin de steen moet gooien. Maar Erwin is een bangeschijtert en wil het niet doen. Erwin zegt dat Martin het ook niet durft. Martin voelt zijn hart in zijn keel kloppen. De steen voelt heel zwaar aan en de trein komt steeds dichterbij. Als de trein bijna bij ze is, doet Martin zijn ogen dicht en gooit de steen met al zijn kracht tegen de trein aan.

Er klinkt een harde knal en Martin zijn vriendjes rennen weg. Martin blijft aan de grond genageld staan en kijkt hoe de trein voorbij raast en steeds langzamer gaat. Snel rent hij naar zijn vriendjes toe. Erwin klopt hem op zijn schouder en verteld dat hij Martin vet bruut vindt.

Martin en Dennis slapen de hele nacht probleemloos door. Het voelt goed om stoer te zijn. En later als ze groot zijn, willen ze nog veel stoerder worden en helemaal niemand kan ze tegenhouden.