The Artist
Tussen al het 3D-geweld, motion capture-technieken en andere verbluffende special effects van de (meeste) huidige films, doet Michel Hazanavicius iets heel gewaagds; hij maakte een stomme film. Een stomme film over de hoogtijdagen en snelle teloorgang van de stomme film eind jaren 20, begin jaren 30 nog wel. Maar bovenal is het een film over de ondergang van een grote ster van de stomme film, George Valentin (Jean Dujardin), de tegelijktijdige opkomst van een nieuwe ster van de geluidsfilm, Peppy Miller (Bérénice Bejo) en de liefde die tussen de twee ontstaat.
De film begint met een vertoning van de nieuwste film met George Valentin onder begeleiding van een live orkest, zoals dat toentertijd ging, voor een bomvolle zaal. Na afloop krijgt George Valentin een groots applaus. Buiten wachten alle fotografen George op voor een foto en hij poseert er vrolijk op los. We hebben dus duidelijk te maken met een grote ster. Als door toeval een meisje, dat we later leren kennen als Peppy Miller, door de menigte heen naast George belandt, gaat hij samen met haar op de foto en zij geeft hem speels een kusje voor de foto. De volgende dag is er maar één vraag van belang in de krant: "Wie is dat meisje?"
Peppy Miller is de domste niet en maakt van die publiciteit meteen gebruik om een klein bijrolletje te krijgen in de nieuwste film met George Valentin. Een scène, waarin George met Peppy moet dansen, moet keer op keer opnieuw gedaan worden, doordat George zo gecharmeerd is van het nieuwe meisje zodat hij zich niet kan concentreren. Tussen de opnames door komt producer Al Zimmer (John Goodman) die iets nieuws wil laten zien aan George; een testopname met geluid voor een andere film. George barst in het lachen uit tijdens het zien ervan. Een film met geluid, dat is toch niet serieus te nemen, vindt hij. Wat een veelvoorkomende reactie was in die tijd, aangezien eerdere experimenten met geluidsfilm steeds waren mislukt. De producer waarschuwt hem dat dit toch echt de toekomst is. George loopt het zaaltje met de woorden: "Als dit de toekomst is, mogen jullie die houden."
Het lachen vergaat George al snel als blijkt dat de studio heeft besloten om alle opnames van stomme films stop te zetten en zich volledig te richten op die nieuwe geluidsfilms. Boos stormt hij het kantoor van Al binnen, die hem vertelt dat George oud nieuws is en dat hij plaats moet maken voor de toekomst zoals Peppy Miller, die ondertussen van kleine bijrolletjes is opgeklomen tot veelgevraagd hoofdrolspeelster. George kan dit niet accepteren, mensen betalen al jaren geld om hem te zien en niet om hem te horen en zullen dat vast wel blijven doen, daarvoor heeft hij geen studio nodig. Dus besluit hij om zelf een film te schrijven, regisseren en produceren. Deze film komt (natuurlijk) tegelijkertijd uit met de allereerste geluidsfilm van Peppy. Die film is de sensatie van het jaar, de film van George flopt gigantisch. Eén van de weinige bezoekers die wel in de zaal zit tijdens de premiere is Peppy. George raakt steeds verder aan lager wal en slaat aan de drank. Hij moet al z'n bezittingen verveilen en zelfs z'n smoking verpanden om aan geld te komen. Ook z'n loyale butler (James Cromwell) kan hij niet meer betalen. De enige die nooit de zijde van George verlaat is z'n trouwe viervoeter. Dit alles wordt ondertussen van afstand met lede ogen aangezien door Peppy, die nog steeds een oogje heeft op George.
Een Franse stomme film, dat klinkt voor velen waarschijnlijk erg pretentieus. Maar de film is dat verre van. Sterker nog, het is een ouderwetse publiekbehager, die het publiek doet lachen, huilen en meesleept in de liefde tussen de hoofdrolspelers. Het knappe van The Artist is dat hij door het te zijn tegelijkertijd ook een hommage is aan de stomme film. Zelfs kritiekpunten, die je kunt hebben op de film zoals de simpele symboliek, kunnen worden afgedaan met dat dat nou eenmaal toen ook zo was. Het plot is zo voorspelbaar dat de moderne bioscoopbezoeker al lang weet wat er gaat gebeuren, maar alleen de meest cynischen onder ons zullen niet worden meegesleept door de film.
De voor de meeste niet-Fransen onbekende Jean Dujardin kreeg in Cannes de prijs voor beste acteur. Wat totaal terecht is. Vanaf z'n eerste verschijning is hij een innemend charmante persoonlijkheid, zoals we ons sterren van toen voorstellen. En net als de sterren van de stomme film kan hij met alleen maar gezichtsuitdrukkingen z'n emoties overbrengen. Bérenice Bejo is al bijna even charmant. Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom Peppy al snel de grote ster van Hollywood is.
Bij een stomme film is de muziek nog meer dan normaal van belang in het overbrengen van de juiste toon van een scène. Ook hierin slaagt de film met vlag en wimpel.
De film is een ode aan een tijd dat films met weinig middelen mensen wisten te ontroeren, een tijd waarin men geen grote special effects nodig had om het publiek te imponeren, maar waar films nog vooral rustten op de kracht van haar sterrren, een tijd waarin een simpel verhaal over twee geliefden genoeg was om te boeien in plaats van zogenaamd ingenieuze twisten en non-lineaire verhaalstructuren. Simpelweg een ode aan de magie van films. De film wordt dan ook niet voor niets nu al getipt als één van de kanshebber voor de Oscar.