Weekend

Weekend speelt zich af gedurende één weekend, waarin twee mannen elkaar en zichzelf beter leren kennen. Het begint allemaal vrijdagavond als Russel (Tom Cullen) in zijn eentje naar een gayclub gaat en daar Glen (Chris New) ontmoet. Het begint als een onenightstand, maar de twee voelen duidelijk meer voor elkaar. Hoewel ze dat zelf niet meteen willen toegeven. De rest van het weekend brengen de twee met elkaar door. 

Weekend

Russel en Glen zijn erg verschillend qua karakter, maar vullen elkaar daardoor ook goed aan. Russel is het stille, timide, onzekere type. Waarbij de kijker zich net als Glen afvraagt of Russel zijn geaardheid wel voor zichzelf geaccepteerd heeft en überhaupt al uit de kast is gekomen. Glen daarentegen is heel zelfverzekerd, extravert en uitgesproken. Hij neemt geen blad voor zijn mond. Als tijdens de eerste ochtend, buiten de flat iemand wordt uitgescholden voor flikker opent hij het raam om ze tot de orde te roepen, omdat hij anders al hun gaatjes beurs en blauw komt neuken. 

Beide acteurs spelen ontzettend sterk. Vooral voor Tom Cullen zou dit wel eens een grote doorbraak kunnen zijn. Hij weet met de kleinste gebaren en handelingen zijn karakter vorm te geven. Bijvoorbeeld het kriebelen aan zijn eigen elleboog waarmee hij laat zien hoe schuchter Russel is. Maar ook Chris New weet als Glen zowel Russel als de kijker voor zich te winnen.

Door sommigen wordt deze film controversieel genoemd. Op één expliciete seksscène na valt dat wel mee. Er wordt wat gedronken en drugs gebruikt, maar heel excessief is het ook niet voor een film. Er wordt voornamelijk veel gepraat. Dat gepraat gaat dan juist weer voor een groot deel over hoe controversieel het is om het in het openbaar over homoseksualiteit te hebben.

Weekend

De fim zit daardoor een beetje in een paradox. Aan de ene kant ontstijgt de film het predikaat gay-film. Is de film bovenal een ontroerend liefdesdrama tussen twee personen, die toevallig homo zijn. En een karakterstudie over twee goed uitgediepte karakters, die zich verre houdt van de stereotype filmhomo's. Aan de andere kant maakt schrijver/regisseur Andrew Haigh met de constante discussies homoseksualiteit  juist wel weer een hoofdthema van de film. Glen heeft het veelvuldig over hoe groot het taboe nog steeds is om het over homoseks en homo zijn in het algemeen te hebben. Dat er zelfs onder ruimdenkende mensen een verschil in acceptatie is tussen hetero's en homo's. Want zoals hij aan Russel vraagt: praat hij als homo even open over zijn seks- en liefdesleven met zijn hetero-vrienden als zij doen, ook al hebben ze zijn geaardheid geaccepteerd? Het antwoord is natuurlijk nee. Ook merkt Glen op dat hetero-liefde altijd nog de norm is in films, literatuur en muziek en is kussen voor hetero's in het openbaar geen probleem. Dingen waarmee homo's elke dag worden geconfronteerd. Maar zodra hetero's een keer worden geconfronteerd met uitingen van homo-liefde is dat meteen opzienbarend en omstreden. Zoals hij over zijn eigen kunstproject zegt: hetero's hebben geen probleem als het onderwerp hongersnood, verkrachtingen, ziektes of andere verschrikkingen is, maar homoseks is een stap te ver. 

Andrew Haigh doorbreekt zelf met deze film dit taboe en eerder genoemde paradox. Met Weekend laat hij zien dat je wel degelijk een film over de liefde tussen twee homo's kan maken op dezelfde manier als je dat met hetero's zou doen. De film is dan ook een aanrader voor iedereen die houdt van films waarin op een volwassen manier over relaties en emoties wordt gepraat.