Boek: Mart Smeets - Passie

De man is de mastodont van de Nederlandse sportjournalistiek op televisie. Hij presenteert vele schaatswedstrijden in de voor hem kenmerkende truien. Hij spreekt wielerfilmpjes in alsof hij zelf achterop de motor zat en heeft daarnaast nog een behoorlijk succesvolle auteurscarrière. Je haat hem of je vindt hem geweldig; Mart Smeets is er 'zo een'. Dat schrijven doet hij al sinds jaar en dag, 40 jaar om precies te zijn, en het is zijn absolute passie.

 

 

Cover Mart Smeets - Passie

 

 

Hij begon met schrijven toen hij 22 was en in die tijd speelde hij ook nog basketbal, niet onverdienstelijk overigens, maar nadat zijn schrijverscarrière van de grond kwam, hebben we kennis gemaakt met Mart Smeets. Op televisie werd hij vanaf 1974 het gezicht van Studio Sport en vooral de wielerrondes en het schaatsen werden door hem gepresenteerd. Daarnaast is Mart dus een verwoed schrijver. Passie is een verzameling van artikelen die hij schreef voor onder andere De Haagsche Post, Trouw, De Volkskrant, De Tijd, Sportweek en het Haarlems Dagblad. De stukjes, zoals veel journalisten hun artikelen eigenlijk noemen, zijn door Mart zelf uitgekozen en voorzien van rijke illustraties. Van foto's van toegangskaartjes tot accreditaties en van persoonlijke foto's tot gedichtjes, het is allemaal in Passie te vinden. 

Een brok historie

Passie valt het beste te beschrijven als een vergrote top van de favoriete stukjes van de schrijver. Het is niet een verhaal dat de hoofdmoot vormt voor dit boek, zoals veel van de boeken van Smeets. Een persoonlijke verzameling van bijvoorbeeld een stel Amerikaanse basketballers waarmee hij onze hoofdstad doorstruint. Een aandoenlijk stuk dat hij in 1972 in De Tijd publiceerde waarin hij beschrijft hoe de Amerikanen die in die tijd de Nederlandse basketbalcompetitie op niveau hielden dachten over het Nederland van de jaren '70. Smeets schreef in zijn beginjaren als journalist stukjes over sport, vooral sport. Het hoogspringen bijvoorbeeld, de man die zorgde voor een revolutie in de hoogspringwereld door met zijn schouders eerst over de ligger te springen, Dick Fosbury, sprak hij over zijn 'uitvinding'. Het zijn artikelen die de tijdsgeest in zich dragen en je als lezer meenemen naar die jaren, een knap staaltje schrijfwerk dat we eigenlijk wel van Mart gewend zijn. 

Natuurlijk komen er ook minder leuke aspecten in het boek naar voren. Het leven na de dood van Neerlands leukste wielrenner Gerrie Kneteman werd door Smeets in de Margriet beschreven en in 2005 in de Margriet geplaatst, ja hij schrijft zelfs voor de Margriet. Daaraan kun je zien dat schrijven 's mans passie is, je stukjes neerpennen voor een vrouwenblad, gewoon om maar te schrijven. Vooral in dat stuk laat Smeets je als lezer meevoelen als het gaat om het leven van 'de Kneet', een type renner dat we in Nederland nooit meer zullen zien; Amsterdamse kapsones van een aimabele man. 

Mart Smeets

Tal van onderwerpen passeren de revue in het boek. Zo ook het befaamde Holland Heineken House dat tijdens de Olympische Spelen dienst doet als vergaarbak voor alles wat Hollands is. Speciale aandacht gaat uit naar de vrijwilligers die meewerken om het geheel tot een groot succes te maken. Een dergelijk artikel schrijft ook mede omdat zijn dochter ook heeft meegewerkt in een van de HHH's tijdens de Olympische Spelen, dat lijkt egocentrisch, maar het doet de mens wel nadenken over de organisatie achter zo'n spektakel. 

Naast schrijven en presenteren heeft Smeets ook een passie voor muziek en ook daarover zijn in Passie een aantal pagina's gevuld. Het boek leest soepel weg en dankzij de ruime hoeveelheid foto's is het boek uit voor je er erg in hebt. In Passie geeft Mart Smeets ons een beeld van zijn meest in het oog springende stukjes die hij geschreven heeft door de jaren heen. De portretten van sporters in binnen- en buitenland, de gedenkwaardige ontmoetingen, de reisavonturen, de muziek en natuurlijk de interviews, het is 286 pagina's lang genieten van hetgeen Smeets heeft neergepend. Het is een bonte verzameling geworden die je als lezer en wellicht fan van Smeets doet genieten. En ja, dat doet het boek, want naast dat het zijn passie is, kan hij het ook nog verdomd goed, dat schrijven.