Sesame Street: Once Upon a Monster

De uitdaging een game voor kinderen te maken met te leren vaardigheden waar ze de rest van hun leven wat aan hebben is opgepakt door het team achter Sesame Street: Once Upon a Monster. Cijfers en letters leren ze maar op school: het is tijd om die kids kennis te laten maken met hun innerlijke ik.

Omgaan met emoties, gevoelens en andere abstracte dingen zijn altijd al een centraal thema geweest in de televisieserie Sesamstraat. Ernie is boos op Bert, omdat Bert in het verkeerde bed slaapt. Hoe los je dat op? Met dit soort ogenschijnlijk simpele opdrachten worden tv-kijkende peuters en kleuters opgezadeld. Juist, Bert moet in zijn eigen bed liggen. Je roept het immers al vijf minuten naar het beeld, maar er wordt niet accuraat genoeg op gereageerd. Is Sesamstraat de tv ontgroeid?

Dat lijkt er wel op. De rel rond het uitzenduur, van zes uur naar half zes, heeft de serie een slordige honderdduizend kijkers gekost. Momenteel kijken er dagelijks dertig- tot veertigduizend mensen naar de dagelijkse bezigheden van Bert, Pino en de rest. Dat de publieke omroep maar niet inziet dat dit programma zowel door kleuters als hun ouders bekeken wordt, wordt nog eens de nekslag. En omdat Sesamstraat lang niet zo flitsend is als bijvoorbeeld een overkoepeld programma Telekids op RTL, met daarin verschillende tekenfilms, rijst de vraag of het programma niet aan vernieuwing toe is.

Nee, aan de kern en de uitstraling van Sesamstraat moet niets veranderen. Nederland zou op z’n kop staan. Van de buis verdwijnen doet het ook niet, want dan ligt Nederland plat. Sesamstraat is een begrip dat iedereen kent, maar waar jammer genoeg veel kleuters niet meer mee in aanraking komen. Vernieuwing is nodig, maar dan op een ander medium: de gameconsole. Sesame Street: Once Upon a Monster moet je niet zien als een vervanger voor de televisieserie, maar meer als aanvulling.

Hoewel er in de tv-serie wel degelijk een kleine verschuiving heeft plaatsgevonden van veel abstracte dingen naar iets concretere zaken, valt op dat de focus van het computerspel terug naar de basis is gegaan. Zo is er een, nieuw verzonnen, wezentje dat in het bos leeft en verdrietig is om de vervuiling die heeft plaatsgevonden. Middels een, helaas, Engelse conversatie moet de kleuter opmaken wat het probleem is. Gelukkig spreken de animaties kinderen enorm aan en worden ze geprikkeld door de herkenbare personages. Daarnaast is dit spel bedoeld om samen met het kind te spelen, dus de ouders kunnen extra uitleg verschaffen.

Maar dat neemt niet weg dat de taalbarrière nog steeds een doorn in het oog is. Over lokalisatie wordt nog onderhandeld aan de vergadertafel bij de grote boze mensen van Warner Bros. Interactive (de uitgever van het spel). Na het korte filmpje wordt duidelijk dat je grote proppen viezigheid moet opvangen en in de prullenbak moet gooien. Je vangt de prop op door je handen naar voren te houden en gooit hem in de bak alsof het een basketbal is. Het is gelukkig geen wiskunde, dus een kind kan de was doen. Later houd je je handen op en neer om een melodie met zonnebloemen te maken. Door goed te luisteren naar de tonen en te kijken naar de trillende bloemen, wordt al gauw duidelijk wanneer zij (letterlijk en figuurlijk) op de juiste hoogte zitten.

Die spelletjes (waarin kinderen vaak intuïtieve zwaaibewegingen moet maken of voor de televisie staan te springen) vormen de interactie tussen het probleem en de oplossing. In dit geval is het probleem ‘verdrietig door vervuiling’. Je ruimt de boel op, zet alles netjes aan kant en maakt fleurige muziek en vervolgens is het personage weer blij. Deze simpele opzet zet kinderen echt aan het denken. Want door hun toedoen is dat bloemetje weer vrolijk en hebben de grauwe kleuren plaatsgemaakt voor felgroen. Alles wijst er op dat het kind zijn best heeft gedaan; de beloning die volgt in de vorm van een groot ‘dank je wel’, is dan de kers op de slagroomtaart.

Zo zijn er nog vijf andere hoofdstukken die elk een ander gevoel of emotie aankaarten. In totaal ben je zo’n drie uur bezig om het verhalenboek, waarin de game zich afspeelt, uit te spelen. Maar de verhaallijn is niet per se waar het aandachtspunt van de ontwikkelaar ligt. Die ligt bij plezier hebben in het leren en dus de herspeelbaarheid. Want het is mogelijk om zomaar eventjes weg te stappen bij de tv en de vereiste Kinect-sensor van de Xbox 360, zonder dat het spel dan stopt. Kids kunnen gewoon doorspelen; in hun eentje, met hun ouders of vriendjes.

De aankleding van het spel oogt heel kleurrijk en herkenbaar en straalt veel vrolijkheid en onschuld uit. De ziel van de serie komt misschien wel beter tot z’n recht in deze game dan in de televisieserie, die het op dit moment zwaar te verduren heeft. De wetenschap dat kinderen alleen van dingen leren die hen interesseren zit goed verwerkt in deze software. Dat is heel belangrijk om te weten als ouder, want je kunt met een gerust hart Sesame Street: Once Upon a Monster kopen. Mits je er de eerste paar keren bijblijft om het kind uit te leggen wat er gebeurt als er vragen zijn.

Is alles eenmaal duidelijk, dan leert het kind op een vertrouwde, spelende wijze veel lessen die het ook in het echte leven kan toepassen. Het blijft jammer dat er op moment van schrijven nog steeds geen duidelijkheid ontrent een Nederlandse versie bestaat. Op 26 oktober 2011 verschijnt het spel exclusief voor de Xbox 360 van Microsoft. Echter, een Kinect-sensor is een vereiste om Sesame Street: Once Upon a Monster te spelen.