Celstraf en beroepsverbod voor hondenfokker

De rechtbank Overijssel veroordeelt een 38-jarige man tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 10 jaar. De man heeft van 2020 tot en met 2023 bedrijfsmatig dieren gehouden en deze niet de zorg gegeven die zij nodig hadden. Bij controles en inspecties werden ernstige misstanden geconstateerd.

Grootschalig dierenleed
De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij grootschalig dierenleed heeft veroorzaakt. Uit het dossier bleek dat de situatie waarin de dieren zich bevonden zeer zorgelijk was. Zij hadden bijvoorbeeld geen droge en schone schuilplaats, lagen in hun eigen uitwerpselen en hadden geen toegang tot schoon drinkwater. Veel dieren waren in een slechte conditie, waren mager en veel honden hadden een verklitte vacht.

Geen verbeteringen
De man heeft geen actie ondernomen om de situatie te verbeteren, ondanks de vele controles en opgelegde bestuurlijke maatregelen. Tijdens controles van de politie en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming is de man er meerdere malen op gewezen dat hij voor bedrijfsmatig fokken en handel in honden een vakdiploma moest hebben en aan administratieve verplichtingen moest voldoen. Keer op keer bleef de situatie ongewijzigd. 

Beroepsverbod
Naast de gevangenisstraf mag de man de gehele proeftijd geen dieren houden en moet hij meewerken aan huisbezoeken door de Landelijke Inspectie Dierenbescherming, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit en de politie. De man krijgt ook een beroepsverbod voor zes jaar en negen maanden.