Veel lijken geborgen uit gekapseisd schip China

Het dodental als gevolg van de scheepsramp afgelopen maandag op de rivier de Yangtze in China is zaterdag opgelopen tot 396. Het gekapseisde cruiseschip Eastern Star werd vrijdag met hijskranen omgedraaid en een stukje opgetakeld, waardoor bergingsploegen het verwrongen wrak makkelijker konden doorzoeken.

De bergers haalden honderden doden naar buiten, onder wie een meisje van 3. Zesenveertig mensen worden nog vermist, zei Hu Kaihong, plaatsvervangend directeur-generaal van de persafdeling van het voorlichtingsbureau van de Raad van Staat. Een aantal van hen is mogelijk door de stroming meegevoerd, zei hij.

Het schip had meer dan 450 mensen aan boord, onder wie een groot aantal gepensioneerden die een riviercruise maakten. Het sloeg maandagavond om tijdens een zware storm. Veertien mensen overleefden het ongeluk, onder wie de kapitein en de eerste machinist, die door de politie in hechtenis zijn genomen. Familieleden van passagiers vragen zich af waarom de kapitein geen haven heeft opgezocht, terwijl bekend was dat er zwaar weer op komst was.

Het ongeluk met de Eastern Star is de grootste scheepsramp in China sinds het zinken van het passagiersschip Kiangya in 1948 bij Shanghai. Die ramp kostte tussen de 2750 tot bijna vierduizend mensen het leven. In november 1999 kwamen bijna 280 mensen om het leven toen een veerboot bij Shandong in brand raakte en kapseisde.