CPB: werkloosheid blijft volgend jaar 7,25 procent
De werkloosheid in Nederland gaat ook volgend jaar nog niet omlaag. Die verwachting uitte het Centraal Planbureau (CPB) maandag in zijn nieuwste economische raming. Net als dit jaar zit ook volgend jaar nog 7,25 procent van de Nederlandse beroepsbevolking thuis zonder werk, zo'n 635.000 mensen.
In de vorige raming van maart voorspelde het CPB nog dat de werkloosheid volgend jaar licht zou dalen, naar zeven procent, maar dat blijkt nu toch niet het geval. In absolute aantallen daalt de werkloosheid echter wel, aangezien dit jaar nog 650.000 mensen op zoek zijn naar een baan.
Dat het werkloosheidspercentage niet mee daalt heeft vooral te maken met de omvang van de beroepsbevolking. Als mensen zonder baan stoppen met het zoeken naar werk, behoren ze namelijk niet langer tot de beroepsbevolking. En als het aantal werklozen minder snel daalt dan de de beroepsbevolking, neemt de werkloosheid in verhouding juist toe.
Het CPB verwacht nu dat de beroepsbevolking dit jaar met een half procent krimpt. Dat is dubbel zo hard als in de raming van maart dit jaar en hoger dan de daling van het aantal werklozen. De daling van 650.000 naar 635.000 werklozen is omgerekend namelijk iets minder dan een kwart procent.
De werkloosheidspercentages van het CPB wijken overigens fors af van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het planbureau maakt bij zijn berekeningen gebruik van de internationale ILO-definitie, net zoals bijvoorbeeld de Europese Commissie. Het CBS kiest voor een eigen nationale definitie. Volgens die methode kwam de werkloosheid in april uit op 8,7 procent.
Terwijl de werkloosheid de komende tijd nog hoog blijft, verwacht het CPB wel dat de werkgelegenheid volgend jaar weer gaat aantrekken, met een half procent. Voor dit jaar voorziet het CPB echter nog een krimp van een kwart procent. De koopkracht groeit dit jaar iets harder dan voorzien, met anderhalf procent. Eerder was dat nog 1,25 procent. Volgend jaar groeit de koopkracht met 0,25 procent.