EU en Arabieren tegen jihadisten

De ministers van buitenlandse zaken van de Europese Unie en de Arabische Liga hopen dat de Iraakse autoriteiten er in slagen de opmars van ISIS in het land te stoppen. Dat hebben ze laten weten na een eendaagse top in Athene.

De ministers zeggen 'diep bezorgd' te zijn, met name over de ontwikkelingen rond Mosul, dat door de afsplitsing van Al-Qaida werd ingenomen. In een verklaring betuigen ze hun medeleven uit aan de familie van de 'vele doden' en roepen ze de 'democratische krachten' in het land op samen een vuist te maken tegen de 'uitdaging voor de veiligheid in Irak'. De EU en de Liga zeggen de eenheid in Irak en de soevereiniteit van het land te onderstrepen.

De ministers spraken hun steun uit voor de Iraakse eenheid en soevereiniteit. De presidentsverkiezingen in Syrië, die werden gewonnen door Bashar Assad, hebben volgens de EU en de Liga niet bijgedragen aan een oplossing voor het conflict.

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken, die namens Nederland bij de top aanwezig was zei in een verklaring dat ook Nederland Irak zal steunen. "De inname van Mosul door extremisten is een buitengewoon zorgwekkende ontwikkeling. We hebben onze krachtige steun uitgesproken voor de territoriale integriteit van Irak, die essentieel is voor de stabiliteit en economische ontwikkeling van het land en de Koerdische autonome regio", aldus de minister.

Syriëgangers
De Europese Unie en Arabische Liga gaan ook samen optrekken in de bestrijding van Syriëgangers. De aanpak richt zich op strijders die terugkomen van gevechten in Syrië en andere landen in het Midden-Oosten. Het besluit van de buitenlandministers volgt op een dodelijke aanslag in het Joods Museum in Brussel, waarbij drie doden vielen. De aanval was waarschijnlijk het werk van een jihadist.

De Belgische minister van buitenlandse zaken Didier Reynders noemt het probleem van de jihadstrijders een 'enorme uitdaging'. "Ze zijn een groot gevaar voor onze samenlevingen geworden", zei hij tegen de verzamelde pers. "Onze landen riskeren een terroristische aanslag." Volgens de minister is de aanslag in Brussel, waar hij zelf getuige van was, de eerste die in Europa door teruggekeerde buitenlandse strijders is uitgevoerd. Hij schat dat er zo'n tweeduizend Europese burgers naar Syrië zijn getrokken om te vechten.

Timmermans zei dat het probleem van de jihadreizigers vraagt om een gezamenlijke aanpak. "Zowel Europese als Arabische landen hebben last van geradicaliseerde jongeren, die zich laten misbruiken voor een idiote strijd, vaak zelfs zonder te weten aan welke kant ze vechten. Samenwerking is hard nodig." Ook religieuze intolerantie moet volgens Timmermans worden bestreden, zowel in de EU als in de Arabische landen.