Geen dienstreizen ministers Suriname om geldnood

Suriname trekt dienstreizen van ministers in. De regering doet dit om het hoofd financieel boven water te houden. Ook een beloofde verhoging van het pensioen blijft voorlopig uit. Grote groepen leerkrachten zijn daarnaast al een hele tijd niet uitbetaald. De lopende schuld bij de Centrale Bank is intussen opgelopen tot omgerekend 185 miljoen euro.

Volgens minister van Financiën Adelien Wijnerman zijn de maatregelen een noodingreep. "De voorbije twee maanden heeft de overheid veel meer uitgegeven dan er inkomsten waren. Aan alle regeringsleden is daarom gevraagd om voorlopig alleen echt essentiële uitgaven te doen. Verder is er niks aan de hand, uiteindelijk zal alles wel betaald worden", zo verzekerde ze op de staatsradio.

Samen met de andere regeringsleden wordt nu aan een oplossing gewerkt. Tot die tijd is het hen expliciet verboden hierover verklaringen in de media af te leggen. De rekenkamer van Suriname wil ook tegen Novum niets zeggen.

Niettemin zijn de gevolgen al merkbaar. Zo zijn grote groepen leerkrachten die deelnamen aan een door Bouterse ingesteld proefproject dat in naschoolse opvang voorziet al sinds oktober niet meer uitbetaald. Tientallen van hen legden daardoor het werk neer.

Eind vorig jaar kondigde Bouterse ook een verhoging van de pensioenen aan, een belofte die hij een maand later weer moest inslikken. Volgens hem berustte het toen op 'een misverstand'.

Daardoor maken enkele parlementariërs zich toch zorgen. In dagblad De Ware Tijd eisen ze openheid van de regering. "Wanneer er wel geld is, wordt dat triomfantelijk rondgebazuind. Maar wanneer het er niet is, moet dat ook worden meegedeeld", meent coalitielid Rashid Doekhie, een partijgenoot van Bouterse. Volgens hem kan ook de belastinginning veel beter. "Dat is in Suriname een chaos. Belastingen worden hier op grote schaal ontdoken."

De oppositie meent dat de regering lijdt aan overconsumptie. Bijna de helft van de Surinaamse beroepsbevolking werkt voor de overheid. Zij zijn de laatste jaren beloond met opeenvolgende loonsverhogingen.

De plotselinge geldproblemen zijn opvallend. Macro-economisch blijft het wel goed gaan met Suriname. De economie van het Zuid-Amerikaanse land groeit jaarlijks nog steeds met vier procent dankzij de hoge prijzen op de wereldmarkt voor goud en olie.