EU praat over verdere militaire samenwerking

De Europese ministers van defensie hebben donderdag gesproken over het mogelijk samenvoegen van militaire middelen. De bijeenkomst was ingegeven door de dalende Europese defensiebegrotingen en het feit dat de krijgsmacht van de Verenigde Staten zich meer gaat toeleggen op Azië en het Midden-Oosten.

De 27 lidstaten van de Europese Unie geven gezamenlijk jaarlijks zo'n tweehonderd miljard euro uit aan defensie. Alleen de Verenigde Staten steken meer geld in hun krijgsmacht. De gefragmenteerde staat van commandostructuren en de Europese defensie-industrie maken het echter schier onmogelijk schaalvoordelen te behalen bij de aankoop van militair materieel.

Het geld dat Europese landen in defensie steken is de afgelopen tien jaar met zo'n vijftien procent gedaald. De bezuinigingen die momenteel worden doorgevoerd om de financiële crisis het hoofd te bieden betekenen dat de Europese krijgsmachten nog meer moeten inleveren. De aankondiging van de VS dat het land zich meer op gebieden buiten Europa wil richten bemoeilijkt de zaak nog verder voor Europa.

Volgens EU-functionarissen zullen de ministers een aantal aanbevelingen van het Europese Defensie Agentschap (EDA) binnenkort goedkeuren. Het EDA beveelt aan om onder meer samen te werken op het gebied van tankvliegtuigen, medische eenheden en logistiek.

Naast de toekomst van het Europese defensiebeleid spraken de ministers ook over de missies die de EU momenteel heeft lopen, zoals de marinemissie voor de kust van Somalië. Deze missie heeft het aantal aanvallen door piraten doen afnemen en verlenging ervan is een prioriteit, aldus ingewijden. Daarnaast spraken de ministers ook over het trainingsprogramma voor het Somalische leger en de vredesoperatie in Bosnië.

De secretaris-generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen, was ook bij de vergadering aanwezig. Hij zei dat het bondgenootschap zijn eigen anti-piraterijmissie genaamd Ocean Shield waarschijnlijk zal verlengen.