OM neemt 15 kinderen tegen wens in mee in zedenzaak

De zaken van vijftien kinderen worden tegen de wens van de ouders in behandeld in de Amsterdamse zedenzaak. Van de 87 misbruikgevallen die hoofdverdachte Robert M. heeft bekend, worden er 67 meegenomen in de tenlastelegging. Dat laat een woordvoerder van het Openbaar Ministerie dinsdag weten.

De partner van Robert M., Richard van O., wordt medeplichtigheid bij het misbruiken van de 67 kinderen ten laste gelegd. "Hij heeft de kinderen zelf niet aangerand, maar hij reed M. naar de kinderen toe en wist wat er ging gebeuren. Zo bracht hij glijmiddel voor hem mee." Daarnaast wordt Van O. het misbruik van een kind in 2001 ten laste gelegd.

In totaal zijn in de zaak 142 kinddossiers opgemaakt. In 55 gevallen ontkent M. het misbruik. Omdat er verder geen bewijs is, worden die zaken niet meegenomen.

In 69 gevallen is de wens van de ouders gevolgd. Dat kan betekenen dat de ouders wel of juist niet wilden dat het misbruik van hun kind in de zaak wordt meegenomen. In achttien gevallen werd de wens van de ouders niet gevolgd.

In drie gevallen wilden de ouders dat hun kind in de zaak werd meegenomen, maar gebeurde dat bijvoorbeeld vanwege gebrek aan bewijs niet. In vijftien gevallen wilden de ouders niet dat van hun kind een zaak werd gemaakt, en gebeurde dat wel. Een reden dat ouders niet willen dat hun kind in de zaak wordt meegenomen kan zijn dat ze bang zijn dat de naam van hun kind op straat belandt.

Het OM heeft volgens de woordvoerder met drie overwegingen rekening gehouden. "Als er sprake was van langdurig en veelvuldig misbruik en er filmpjes van waren, hebben we het altijd meegenomen. Op de tweede plaats speelt de bewijsbaarheid. Het is een stuk gemakkelijker te bewijzen als er een bekentenis is en als er filmpjes van zijn. Tot slot hebben we de wens van de ouders in overweging genomen."

Door de overwegingen wordt M. dus voor twintig zaken minder vervolgd, dan de 87 die hij heeft bekend.