Kabinet beantwoordt Kamervragen te laat

Het kabinet is structureel te laat met het beantwoorden van schriftelijke vragen van Tweede Kamerleden. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van NRC Handelsblad in samenwerking met de Nederlandse Nieuwsmonitor en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Als Kamerleden een schriftelijke vraag stellen, wordt de betreffende minister geacht binnen drie weken te antwoorden. Die termijn wordt met gemiddeld twee weken overschreden. De beantwoordingstermijn kan worden verlengd als het ministerie dat verzoekt, maar dat gebeurt slechts in een kwart van de gevallen.

Overigens stellen Kamerleden ook steeds meer vragen. De laatste vijf jaar nam het aantal met een derde toe. In het afgelopen jaar werden in totaal 3220 vragen gesteld. Een jaar eerder waren dat er nog 2586.

Vooral oppositiepartijen stellen vragen, vorig jaar ongeveer twee keer zoveel als de drie Kamerfracties van de gedoogcoalitie. Vijf van de tien Kamerleden die de meeste vragen stellen zijn SP'ers. Sharon Gesthuizen van die partij stelde het afgelopen jaar met 144 stuks de meeste vragen.