'Syrisch leger houdt vluchtelingen tegen'

Het Syrische leger voert de druk op dorpen bij de Turkse grens op. Ook zet het leger controleposten op en arresteerde het tientallen Syriërs om te voorkomen dat meer mensen naar Turkije vluchten. Dat hebben mensenrechtenactivisten zondag gezegd.

De gevechten in de noordelijke provincie Idlib begonnen zo'n twee weken geleden. Tienduizenden mensen zijn ontheemd geraakt, onder wie ruim tienduizend vluchtelingen die zijn ondergebracht in drie Turkse vluchtelingenkampen. Ongeveer vijfduizend Syriërs zitten nog aan de andere kant van de grens en hopen in Syrië te blijven en de vluchtelingenstatus te vermijden.

Volgens mensenrechtenactivist Mustafa Osso is het leger zondag actief bij de dorpen Bdama en Rihan. Beide dorpen fungeerden als doorvoerweg voor vluchtelingen, maar ook voor medicijnen en voedsel. "De veiligheidsdiensten hebben in de afgelopen dagen zo'n honderd mensen uit die dorpen gearresteerd", aldus Osso. "Ze proberen het grensgebied met controleposten af te sluiten en te voorkomen dat mensen het land ontvluchten."

Osso zei ook dat regeringstroepen het dorpje al-Hamboushieh omsingelden, slechts enkele kilometers van de vluchtelingen aan de Syrische kant van de grens. "Onze vrees is dat de duizenden mensen bij de grens uiteindelijk aangevallen worden."

Een andere Syrische activist zei dat de veiligheidsdiensten zondag een bakkerij in Bdama, twaalf kilometer van de Turkse grens, in brand hebben gestoken. Bdama was de enige bron van brood voor de Syrische vluchtelingen. De bakker werd in zijn buik geschoten en is naar Turkije geëvacueerd voor behandeling, aldus de activist.

De voorraden van de vluchtelingen bij de grens slinken steeds verder. "We zijn omsingeld en zitten al twee dagen zonder brood", zei Rami Ismail, wiens familie eerder naar Turkije is gevlucht. "We hopen op hulp van Turkije."