Oppositie Maleisië wil onderzoek spionage Israël

De Maleisische oppositie eist dat wordt onderzocht of Israëlische spionnen het hoofdbureau van de nationale politie zijn binnengedrongen. De overheid en de politie ontkennen de beschuldiging die oppositieleider Anwar Ibrahim onlangs in het parlement uitte. Hij probeert twijfel te zaaien over de geloofwaardigheid van de regerende partij in het overwegend islamitische land.

Maleisië is een trouwe steun voor de Palestijnen en heeft geen diplomatieke banden met Israël. Anwar beweert dat hij politiedocumenten heeft bemachtigd waaruit blijkt dat twee voormalig geheim agenten van Israël het politiehoofdkwartier in 2008 binnenkwamen. Daardoor hadden ze toegang tot het communicatiesysteem van de politie. Hij vertelde er niet bij wat de agenten van plan kunnen zijn geweest.

Minister van binnenlandse zaken Hishammuddin Hussein deed de beweringen van Ibrahim vrijdag af als 'nergens op gebaseerd'. Hij beval onderzoekers van de overheid en de politie om bewijs te verzamelen om het tegendeel te bewijzen. De belangrijke leider van de oppositievoerende Democratische Actie Partij, Lim Kit Siang, drong er zondag bij de overheid op aan om een commissie in te stellen die de beschuldiging onafhankelijk kan onderzoeken.

Anwar probeert de regerende partij, Nationaal Front, al enkele weken te verbinden aan Israël. Zo zei hij dat een slogan tegen racisme, '1 Maleisië', is gebaseerd op een coalitie die de voormalig Israëlische premier Ehud Barak in 1999 onder de naam 'Een Israël' vormde. Volgens de leiders probeert Anwar de steun voor de coalitie van premier Najib Razak te ondermijnen.